27 SEPTEMBER 1923
174
De Voorzitter antwoordt, dat het huis bij de O. L.
School thans bewoond wordt door een zekeren A.
Kooy. Deze menschen hadden anders op straat ge-
staan en daarom is goedgevonden, dat zij er tijdelijk
in kwamen. Spreker geeft toe, dat het eigenlijk geen
woning meer is. Zoodra er een andere woning is zal
deze dan ook worden afgebroken. De bewoning zal
hoogstens een paar maanden duren, zoodat ze er voor
den winter weer uit zullen zijn. De bewoning is dus
van heel tijdelijken aard.
Wat betreft de bestrating van de Cloosterlaan deelt
spreker mede, dat het trottoii wordt gemaakt en dat
dit er binnen 14 dagen in ligt. De weg wordt ook
spoedig gemaakt, de heer Stevens heeft voor aanleg
en onderhoud reeds het benoodigde bedrag van
f 2100.gestort.
Spreker is den heer Jorritsma dankbaar voor diens
opmerking over de bestrating van den Binnenweg.
Hij wil dit in de vergadering van Burgemeester en
Wetliouders eens bespreken.
Wat ten siotte betreft den cirkel op het Valkenbur-
gerplein, wijst spreker er op, dat er een maximum-
snelheid bestaat. Er zijn nog steeds geen ongelukken
gekomen. Misschien is er nog wel iets aan te doen.
De heer Dr. Droog zegt, dat dit punt reeds meer
ter sprake is gekomen. Lr is toen op gewezen, dat
het gewenscht is daar niet zoo heel hard te rijden,
omdat het eerste gedeelte een winkelstraat zal worden.
Aan den buitenkant staan lantaarns en daarom zou
I et misschien wel goed kunnen zijn ook aan den
binnenkant van den cirkel lantaarns aan te brengen,
zoodat men dan beter kan zien. Wat betreft het ver-
anderen van kleur, vindt spreker, dat men moeilijk een
kieur op de steenen kan smeren. Men ziet dit wel
eens bij verkiezingen, met de witkwast, maar dit zou
hij niet wiilen navolgen als men door een paar lan-
laarns verbetering kan aanbrengen.
De heer Jorritsma zou gele steentjes willen aan-
brengen.
De heer Dr. Droog zegt, dat men dan andere stee-
nen zou moeten nemen. Wat de asphalteering betreft,
houdt spreker zich aanbevolen a!s de heer Jorritsma
daaromtrent iets naders wil mededeelen. De opmerking
lijdt wel iets aan vaagheid. Bij ervaring is dikwijls
gebleken, dat iets, wat eerst zoo goedkoop werd
voorgesteld, later, als het onderzocht werd, wel eens
tegenviel. Een goede raadgeving is echter altijd wel-
kom, van welke zijde die ook komt.
De heer Jorritsma zegt, dat als hij in de Commissie
voor Openbare Werken zat, hij in den Raad zou
komen met die voorstellen.