27 SEPTEMBER 1923.
155
147 een paar wijzigingen aan te brengen. Er staat
„Ook wil spreker niet aanvaarden het verwijt, dat
„men het christelijk stelsel moet stellen tegenover het
„liberale stelsel, omdat hij zelf ook christelijk is". Hij
heeft het zoo niet gezegd. Het laatste gedeelte van
dien zin moet zijn „Hij is zelf ook christen". Verder
staat op die zelfde biadzijde„ln de metaalindustrie
als exportindustrie worden de loonen internationaal
geregeld". Spreker zegt, dat dit onzin is, omdat er
natuurlijk niet een internationale loonregeling in de
metaalindustrie bestaat. Hij heeft dan ook gezegd
„!n de metaalindustrie a!s exportindustrie houden de
„loonen meer verband met internationale factoren".
De lieer Van der Erf maakt bezwaar tegen deze
wijzigingen In de vorige vergadering heeft hij ook
een dergelijke opmerking gemaakt, doch toen werd
geantwoord, dat spreker het wel gezegd had en daar-
om bleven de notulen ongewijzigd. Hij zou nu ook
kunnen zeggen, dat de heer Van Hardenbroek het
zoo gezegd heeft.
De Voorzitter zegt, dat hem dit bevreemdt, omdat
een vorigen keer op verzoek van den heer Van der
Erf de notulen wel zijn veranderd.
De heer Van der Erf zegt, dat het de vorige keer
juist geweigerd is.
De Voorzitter zegt, dat hij niet de vorige maar een
vorige vergadering op het oog heeft. Hij wil de ge-
vraagde wijziging aan den Raad overlaten
De heer Dr. Droog wijst er op, dat er verschillende
Colleges zijn, waarbij de notulen vooraf worden toe-
gezonden. Hij gelooft, dat het verstandig is een ruim
standpunt in te nemen. Als iemand meent, dat hij het
werkelijk anders heeft gezegd, dan zou spreker willen
toegeven, ten minste als het geen terugtrekking van
een standpunt is. In andere Colleges doet men dit
ook wel. 't Kost een hoop tijd, die nuttiger besteed
kan worden en men voorkomt er misschien heel wat
kibbelarij door.
De Voorzitter zegt, dat in het algemeen de notulen
nogal zeer juist geredigeerd worden. Spreker gelooft
ook niet, dat de heer Van Hardenbroek het zoo heeft
kunnen zeggen.
De heer Van der Erf zegt, dat zoo min als Baron
van Hardenbroek dit heeft kunnen zeggen, zoomin
spreker het heeft kunnen zeggen, dat 1 M3. gas 2fs
cent kostte.
De Voorzitter vraagt den heer Van der Erf, of deze
meent, dat de heer Van Hardenbroek het gezegd heeft
zooals het er staat. Hij wijst er op, dat de heer Van
der Erf toen wel degelijk gezegd had wat er in de
notulen stond.