27 SEPTEMBER 1923
161
VIII
die geklaagd heeft. Als er bezwaren waren, had men
die toch wel gehoord.
De heer Baron van Hardenbroek zegt, dat ei een
belanghebbende bij hem geweest is en dat deze hem
heeft ingelicht, dat er wel bezwaren waren en dat het
een onbillijkheid zou zijn tegenover den villabewoner.
Hij heeft het niet persoonlijk kunnen waarnemen, maar
omdat er meer twijfel in den Raad is over deze aan-
gelegenheid, zou hij dit punt willen aanhouden, om
de zaak zelf met kennis des oordeels te beschouwen.
De Voorzitter wijst er op, dat de stukken voor de
raadsleden steeds ter visie liggen. Spreker is echter
wel bereid dit punt aan te houden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
De heer Dr. Droog wilde naar aanleiding van de
uitdrukking over den heer Cuypers nog even zeggen
dat deze een heel goede naam in 't land heeft. Spre-
ker wijst op de Kathedraal in Haarlem, verschillende
gebouwen in Amsterdam en het Raadhuis in Heemstede.
De heer Baron van Hardenbroek merkt op, dat dit
laatste van Ir. Stuyt is.
De heer Dr. Droog vervolgt, dat het van beide
architeclen te zamen is en dat Burgemeester en Wet-
houders zich wel storen aan de opinie van den heer
Cuypers. Hij meende daarom die uitdrukking te moe-
ten tegen spreken, omdat meli anders zou kunnen
denken, dat Burgemeester en Wethouders het er mee
eens zijn. Alle drie, zoowel de Burgemeester als de
Wethouders hebben hoog respect voor de aesthetische
opinie van den heer Cuypers.
VIII. Vrijstelling art. 32 bouw- en woningverorde-
Vrijstelling ^et ontWerp-besIuit Iuidt
art. 32
bouw- en
woning- 84.
verorden.
Vrijstelling voor houten gevels.
Een nader uitgebracht advies in verband met deze
aangelegenheid luidt
84. Toepassing art. 32 bouw- en woningverordening.
De heer Jorritsma zegt, dat voorheen iedereen vrij-
stelling van den Raad moest vragen, terwijl Burge-
meester en Wethouders thans voor stellen de beslis-
sing aan hun College over te Iaten. Spreker heeft
daar op zichzelf geen bezwaar tegen, maar zooals nu
4
j