15 NOVEMBER 1923. wenscht zich ook op een redelijkheidsstandpunt te plaatsen en wel op het ruimer standpunt of de aan- vraag redelijk is. Dat de school noodig is, zal nie- mand kunnen tegen spreken en hij wil de leden zelf maar eens laten oordeelen. Er zijn een kleine 600 katholieke kinderen, die hier school gaan. De school aan den Heerenweg beschikt over 6 lokalen, die aan de Kerklaan over 7 lokalen. Gemiddeld zijn e_r dus ongeveer 46 leerlingen per lokaal. Eigenlijk is dit onjuist, want er zijn lokalen bij met een kleiner getal. waardoor de andere nog rneer leerlingen tellen en er zelfs één lokaal is met 60 leerlingen. De heer Jorritsma zegt, dat dit niet mogelijk is. Die kunnen er niet eens in. De heer Dr. Droog zegt, dat het mogelijk kan ziin, dat 't aantal 59 bediaagt. Spr. heeft zelf geïnformeerd. De 3 hoogste klassen zitten in één lokaal en tellen tezamen ongeveer 30 leerlingen. Trekt men deze van het totaal af, dan wordt het voor de andere lokalen nog ongunstiger en komt men daarvoor op een ge- middelde van ongeveer 50. Nu zegt de heer Jorrits- ma wel, dat dit zus en zoo gekomen is, maar daar weet hij niets van. Trouwens wanneer de jongens van de school aan de Kerklaan weer zouden worden overgebracht naar die aan den Heerenweg, dan kreeg men daar 183 plus ruim 80 oî 265 270 leei - lingen. Deelt men dit cijfer door het getal lokalen, dan ziet men, dat men ook daar te veel leerlingen zou krijgen. Soreker acht het hoog noodig, dat er een nieuwe school bijkomt en hij vindt het heel verstan- dig deze te zetten in een deel der gemeente, waar veel uitbreiding is en veel gebouwd wordt. Hij ge- iooft, dat de scbool goed bezocht zal worden. De heer Baron Van Hardenbroek begrijpt wel, dat men meer scholen moet hebben, als er meer kinderen komen. Hij wil allerminst bestrijden, dat deze school noodig is. Het lijkt hem echter hoogst bedenkehjk. om in den blinde maar ja en amen te zeggen. terwijl men van de cijfers niets weet. Door B. en W., v,en Inspecteur en de Regeering wordt deze zaak verder afgedaan, maar de Gemeente moet betalen. Spreker wilde vragen, hoe het met het open'baar onderwijs staat. In heel noordelijk Heemstede is geen openbare school en hij zelf is verplicht zijn kinderen naar een bijzondere school in Haarlem te sturen, hoewel dit zyn richting niet is. Spreker noemt dit een groot gebrek en hoort er niets van, of daarin verbetering komt, terwijl wel gelden zijn genoteerd voor een Christelijke school bij de Koediefslaaji en nu weer voor een Katholieke school. Hij acht het absoluut

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1923 | | pagina 13