■■I
wmmmm
15 NOVEMBER 1923.
222
XII.
Rooilijn
westzijde
Binnenweg
besluit is geregeld, dat adressante verplicht is op
verbeurte eener boete van 1000.de voorwaarden
aan den nieuwen verkrijger op te leggen. Spreker
vraagt, of deze dan geen nieuwe vergunning noodig
heeft.
De Voorzitter antwoordt, dat dit moet geschieden
krachtens bepaling 2 van het ontwerp-besluit.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder
hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
XII. Rooilijn aan westzijde van Binnenweg en
overname strook grond.
Het voorstel en ontwerp-besluit luiden:
105. Rooilijn aan Westziide Binnenweg en over-
name strook grond.
De Voorzitter zegt, dat dit stuk laat gekomen is.
Hij hoopt niet, dat de Raad het kwalijk zal nemen,
wanneer dit thans in behandeling wordt genomen.
De heer de Breuk wijst er op, dat in den laatsten
tijd dikwijls afwijking van de rooilijn wordt ge-
vraagd. Hij zou er wel bezwaar tegen hebben om
thans in dit punt een beslissing te nemen. Men weet
bij een dergelijke afwijking niet de konsekwenties
ten opzichte van andere omwonenden en waar hij
dit stuk niet thuis heeft gehad, zou hij dit punt willen
aanhouden.
De Voorzitter kan dit standpunt van den heer de
Breuk begrijpen, maar spreker vindt het betrekkelijk
een mooi aanbod van de eigenaren en acht het in 't
belang der gemeente hierop in te gaan.
De heer Dr. Droog deelt mede, dat deze zaak nog
al eenvoudig is. Dezen middag is men eerst tot eene
beslissing gekomen. De aanvrager Van der Pol is
niet alleen bereid den grond kosteloos af te staan,
maar wil ook het trottoir betalen, terwijl diens buur-
man zich ook verbonden heeft om den grond koste-
loos af te staan. Als men deze zaak uitstelt, dan loopt
men kans, dat het niet doorgaat en dat zou spreker
vreeselijk jammer vinden, omdat er zooveel moeite
aan geweest is. Het stuk is wel laat ingediend, maar
hij zou nu een uitzondering willen maken en op deze
zaak willen ingaan.
De heer de Breuk zegt in de gelukkige omstandig-
heden te zijn geweest, dat hij vanmorgen deze zaak
nog heeft kunnen bezien. Hij zou echter vriendelijk
willen vragen, om dergelijke dingen in het vervolg
niet meer een zoo geforceerde behandeling te geven.