15 NOVEMBER 1923.
vaartweg.
reeds opdracht hebben om te bellen. De tram rijdt
langs den hoofdweg; spreker vraagt, of het geen
aanbeveling zou verdienen om de vrachtauto's te
dwingen tot het nemen van veiligheidsmaatregelen.
Men heeft van de hoeken van straten niet altijd de
noodige notitie genomen. Als men zooveel verkeer
voorzien had, zou men daar wat meer ruimte ge-
maakt hebben. Waar de tram al opdracht heeft ge-
geven op dien hoek te waarschuwen, vindt hij, dat
men nu de veiligheidsmaatregelen aan andere zijde
moet zoeken.
De Voorzitter antwoordt, dat daaromtrent plannen
van de verkeerspolitie zijn.
verbetering De heer Hilterman deelt mede, dezer dagen te
Deidsche- hebben geconstateerd, dat men gaten in den berm van
den Leidschevaartweg heeft gemaakt om het water
te kunnen laten afstroomen. Spreker meent, dat het
wenschelijker is de graszoden over een breedte van
een halven Meter af te steken, waardocr bovendicn
de vcertuigen elkander gemakkelijker kunnen pas-
seeren.
De Voorzitter zegt toe, dat B. en W. dit zulien
overwegen.
De heer lorritsma zou nog even willen aandikken
hetgeen door den heer v. d. Erf is gezegd. Kort ge-
leden raakte een motorfiets tusschen de tram en het
trottoir. De bestuurder van de tram was flink actief,
waardoor het geval goed afliep. De motorriider
maakte er een grapje van, maar de toestand op dien
hcek is onhoudbaar. Spreker geeft toe, dat het met
de voerlui van vrachtwagens en -auto's niet altijd
even goed gaat; er zijn veel onverschilligen bij die
denken: „we rijden maar toe. iedereen stopt wel
voor ons". Ook zitten er dikwijls jongens op en dat
zou hij als dit nog niet is gebeurd bij politie-
verordening willen verbieden.
De Voorzitter antwoordt, dat wat betreît de
kwestie dezer jongens, een rijbewijs noodig is als
het motorrijtuigen betreft, terwijl de leeftijd bij
politieverordening geregeld zal worden voor jongens
op andere voertuigen.
De heer Jorritsma deelt mede, dat in 1921 H. C.
Gasfabriek de Wit aan de gasfabriek een ongeluk heeft gekre-
H C deWit &en. De man is voor 50 pCt. ongeschikt. Langen tijd
heeft hij zijn loon behouden, maar thans heeft men
aandrang on dien man uitgeoefend om te solliciteeren.
De Voorzitter zegt, dat die man nog niet ontsla-
gen is.
De heer Jorritsma vindt, dat men in aanmerking
moet nemen, dat de man niet in staat is zijn eenen
Uitrij
Havenstr.
Ongeluk