15 NOVEMBER 1923. Erfpacht Heemst. Belang. Aanbested „de Haem stede" Reclame borden Bijz. Prot. School Adriaan Pauwlaan arm behoorlijk op te lichten. Hij zou gaarne willen. dat op dien man niet een zachte drang wordt uitge- oefend om naar een andere fabriek te solliciteeien. De Voorzitter is van meening, dat de man in ver- gelijking met het werkliedenreglement, tot nu toe nog al goed behandeld is. De heer Jorritsma vraagt vervolgens, of het waar is, dat de erfpacht voor „Heemstede's Belang lager is berekend dan volgens de 7-percents leening. De Voorzitter antwoordt, dat deze berekend is naar een rentevoet van 6H pCt. volgens de bepaling van het desbetreffend raadsbesluit. De heer Jorritsma deelt daarna mede, dat bij ae aanbesteding van „de Haemstede" verandering in het bestek is gebracht. In den Raad werden er geen veranderingen ingebracht en daarom vindt hij het eigenaardig, dat het Bestuur er wel zoo maar wijzi- gingen inbrengt; de aannemers waren er reusactitig mee ingenomen. De Voorzitter antwoordt, dat art. 17, welk artikel de heer Jorritsma niet goed vond. er in gebleven is, omdat de Raad dit besloten had. Wel is een wijziging gebracht in art. 22 van het bestek betreffende be- rechting van alle geschillen. De heer Baron Van Hardenbroek deelt mede, aat hij en vele anderen zich ergeren aan het bord „Vol- lenhoven's Bieren", staande op Bosch en Hoven op grond, die te koop staat. Sprekers vraag is deze, of er op grond van eenige verordening niets tegen te doen is en zoo niet, of het dan geen tijd zou worden een dergelijke verordening in 't leven te roepen. De Voorzitter zegt te weten, welk bord de heer Van Hardenbroek bedoelt. Spreker heeft die ge- dachte ook gehad. De exploitant heeft eerst gevraagd om het bord op den openbaren weg te plaatsen en dat hebben B. en W. geweigerd. Bij particulieren heeft hij wel succes gehad. Spreker zal nagaan, of er door een verordening iets tegen te doen is. De heer Baron Van Hardenbroek vraagt. of het niet kan vallen onder het begrip hek, zoodat B. en W. het moeten goedkeuren op grond van schoonheids- eischen. De Voorzitter zal deze zaak onder de oogen zien. Hij weet wel, dat er een Provinciale verordening op dit gebied bestaat. De heer Van Unen zegt, dat hij zooeven bii den bouw van een Katholieke School heeft betoogd, dat de Raad niet veel te vertellen heeft. Ondanks dat feit vindt hij wat al te bar, wat hij over de Bijz. Pro- testantsche School heeft gehoord. Indertijd werd door

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1923 | | pagina 27