15 NOVEMBER 1923.
B. en W. ingediend een ontwerp-besluit tot aankoop
van grond aan de Adriaan Pauwlaan voor den bouw
van een Bijz. Prot. School. Spreker heeft zich daar
toen tegen verzet, niet alleen omdat hij den grond
te duur vond, maar ook omdat het geen goede plaats
was voor een school. Een villakwartier is niet de
plaats voor een school. De Raad is met spreker mee-
gegaan en het besluit tot aankoop van grond is niet
genomen. Nu heeft spreker gehoord, dat het School-
bestuur, ondanks de uitgesproken meening van aen
Raad, zelf den grond heeft gekocht. Spreker vraagt,
of dit zoo is. Volgens de wet zal het wel in orde
zijn, maar hij vindt het zeer onheusch tegenover het
Gemeentebestuur, want dat zal den grond ten slotte
toch moeten betalen.
De Voorzitter antwoordt, dat dit zoo is. Het
Schoolbestuur heeft na kennisgeving aan B. en W.
den gjond gekocht, waardoor de Gemeente voor een
fait accompli is gesteld. Eigenlijk had dat besluit m-
dertijd niet in den Raad behoeven te worden ge-
bracht en hebben B. en W. toen te veel deîerentie
voor den Raad gehad. De grond is gekocht en de
schatting heeft reeds plaats gehad. De schatting is
goedkooper uitgevallen, dan waarvoor toen gekocht
kon worden.
De heer Van Unen zou het dan kunnen noemen
onheusch van B. en W. tegenover den Raad. Hij
vindt, dat B. en W. wel de hand boven den Raud
hadden mogen houden en dat zij de vriendelijke
vraag van den Raad wel aan het Schoolbestuur had-
den mogen overbrengen.
De Voorzitter deelt mede, dat daarover met het
Schoolbestuur is gesproken.
De heer Van Unen zegt, dat het effect toch het-
zelfde is.
De Voorzitter zegt, dat het voorstel indertijd m
den Raad is gekomen, omdat het betrof den aan-
koop van een grooter stuk grond, dan voor de
school noodig was. Het is toen geketst, omdat het
te duür was.
De heer Van Unen: „plus het niet wenschelijke
om daar een school te bouwen". Spreker vindt het
niet vriendelijk, dat B. en W. en het Schoolbestuur
geen rekening met het raadsbesluit hebben gehouden.
De Voorzitter zegt, dat het Schoolbestuur de Ge-
meente voor een fait accompli heeft gesteld.
De heer Van Unen zegt, dat er niets aan te doen is,
maar dat hij het alleronvriendelijkst vindt.
Melk op De heer Tromp deelt mede, dat er onder de rnelk-
Zondag handelaren een ernstig verlangen is om op Zondag