V .15 NOVEMBER 1923. 231 Ontslag De heer Breed zegt, dat hij zoo pas buiten de orde onderwij- was, toen hij bij het voorstel inzake de openbare zeressen bij school sprak over de gehuwde onderwijzeressen. n>. .r-i, Spreker vraagt, of het niet buiten de orde is, als hij w er thans over spreekt. De Voorzitter antwoordt, dat de heer Breed dit nu ter sprake kan brengen. De heer Breed zegt dan te willen herhalen, dat hij het gewenscht acht. dat aan een onderwijzeres, die trouwt, ontslag wordt verleend. De Voorzitter antwoordt, dat wanneer B. en W. er niets voor voelen. van de zijde van B. en W. geen voorstel is te verwachten. De leden kunnen zelf ook een voorstel indienen. De heer Tromp zegt, dat de Raad dan weer vcor het feit komt te staan. De heer Dr. Droog wijst er op, dat de raadsleden zelf de macht hebben een voorstel in te dienen. De heer Van Unen zou hierover ook iets willen zeggen, afgezien of spreker al of niet met den heer Breed accoord gaat. Eenigen tijd geleden werd een voordracht ingediend voor de benoeming van eene onderwijzeres. 'De heer Breed wilde toen nog eene bepaiing opnemen, dat de te benoemen onderwijze- res ontslag zou krijgen als zij ging trouwen. Spreker cn met hem de meerderheid van den Raad vond dit niet goed. Men had de sollicitanten opgeroepen op bepaalde conditiën en nu zou het onbilliik zijn tegen- over de juffrouw, die toen benoemd zou worden, nog tusschen-condities te stelien. Men had dan een nieuwe oproeping moeten doen. Spreker begriipt het idée van den heer Breed, dat het gewenscht is reeds nu. of in elk geval vöör de cproeping van sollicitanten, een dergeiijke voorwaarde vast te stellen, omdat men anders later weer voor hetzelîde feit zou komen te staan. De Voorzitter zegt, dat daaromtrent nog een voor- stel kan worden ingediend. De heer Van Unen zou het ook niet juist vinden, dit thans bij de rondvraag uit te maken. De Voorzitter gelooft dat het 't beste is dit te doen een tijdje vôör de oprceping zal worden geplaatst. De heer Baron Van Hardenbroek is het met de redeneering van den heer Breed eens, dat tevoren de condities en voorwaarden bekend moeten zijn. Spre- ker vraagt, of de benoeming van alle onderwijzers door de Gemeente geschiedt. De Voorzitter antwoordt: „alleen de onderwijzcrs aan de openbare scholen". De heer Baron Van Hardenbroek vraagt verder, of de boventallige onderwijzers aan bijzondere scho- len ook door de Gemeente worden betaald.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1923 | | pagina 30