15 NOVEMBER 1923.
begrijpt diens betoog niet. De Kamer van Koophandel
dient van advies over alles, wat de bedrijven raakt.
In verband met de zeer treurige toestanden heeft de
Kamer van Koophandel gemeend een adres van zeer
ruime strekking te moeten richten tot alle gemeente-
raden, gelegen binnen haar gebied. Spreker begrijpt
niet, waarom dit adres zoo maar ter zijde moet wor-
den gelegd. Het stuk is niet van beleedigenden aard,
de Kamer zegt het in keurige bewoordingen; zij
geeft een algemeen advies, dat aansluit aan hetgcen
het Rijk doet. Men kan toch ten minste de gegeven
wenken ter harte nemen en de strekking van het
adres beschouwen in de bedoeling waarin het is
opgesteld. Spreker gelooft, dat dit een punt is van
zeer groot belang in dezen zeer slechten tijd.
De Voorzitter acht het stuk ook niet van beleedi-
genden aard. De raadsleden hebben het stuk gelezen
en ieder behartigt de belangen volgens eigen inzien;
spreker gelooft wel, dat het adres is opgevat in den
geest als door de Kamer is bedoeld.
De heer Baron Van Hardenbroek zegt, dat hij er
dan mee accoord kan gaan.
De heer Van der Erf had niet het idée om over
dit adres te spreken, maar nu de heer Van Harden-
brcek meent dit te moeten verdedigen, wil hij er ook
een paar woorden van zeggen. Een dergelijk adres
behoort niet tot de competentie van de Kamer van
Koophandel. Toen de loonen niet zoodanig waren als
thans, had anders de Kamer ook moeten voorstellen
om deze te verhoogen, maar dat heeft zij niet gedaan.
De heer Baron Van Hardenbroek merkt op, dat de
Kamer van Koophandel en Fabrieken toen nog niet
bestond.
De heer Van der Erf meent, dat het niet op den
weg der Gemeente ligt öp dit adres in te gaan. Hij
gevoelt er niet voor, om er eenige aandacht aan te
schenken.
De heer Tromp vindt, dat er reeds te veel aan-
dacht aan geschonken is.
Vervolgens wordt zonder hcofdelijke stemming
besloten conform het voorstel van B. en W.
Collectief g. Een adres van de samenwerkende patroons-
contract. vereenigingen in het Bouwbedrijf voor Haarlem en
Omstreken, d.d. 4 Nov. 1923, om in gemeente-bestek-
ken voor te schrijven het naleven van de geldende
landelijke collectieve contracten voor het bouwbe-
drijf en die te doen toepassen bij het uitvoeren van
Gemeentewerken.