1
17 JANUARI 1924
Art 24,
De onderwijzers mogen, zonder toestemming van
het hoofd der school, niet van de school afwezig
blijven.
Voor een verlof tot afwezigheid uit de school lan-
ger dan één dag tot hoogstens drie dagen, behoeven
de onderwijzers toestemming van den Burgemeester.
Voor langer verlof behoeven zij de toestemming
van Burgemeester en Wethouders.
De aanvraag voor een verlof tot afwezigheid langer
dan één dag geschiedt door tusschenkomst van het
hoofd der school.
Ingeval een der onderwijzers wegens ziekte afwezig
moet blijven, geeft deze hiervan terstond kennis aan
het hoofd der school, die hiervan bericht zendt aan
den Burgemeester.
tij afwezigheid wegens ziekte van het hoofd der
school doet deze hiervan onmiddellijk mededeeling
aan aen Burgemeester, alsmede aan den onderwijzer
die als zijn p'aitsvervanger is aangewezen.
Deze is aisdan verantwoordelijk voor alles, wat in
de school gebcurt en verplicht alles op te volgen,
wat aan het hoofd der school in deze verordening is
voorgeschreven.
Van elke afwezigheid uit de school wegens verlof
of ziekte wordt door het hoofd der school mededee-
linggedaan aan den Inspecteur van het Lager Onderwijs.
Art. 25.
De onderwijzers, die ontslag uit hunne betrekking
verlangen, moeten dit twee maanden te voren aan-
vragen. In zeer bijzondere gevallen kan van dezen
termijn afwijking worden verleend.
Art. 26.
Zij zijn verplicht de verordeningen betreffende het
lager onderwijs, in deze gemeente vastgesteld of nog
vast te stellen, na te leven of te doen naleven.
Een exemplaar van elke verordening wordt hun
daartoe verstrekt.
Art. 27.
Zij zijn verplicht binnen de gemeente te wonen,
tenzij door Burgemeester en Wethouders een verzoek
tot uitwoning voor een bepaalden tijd ingewilligd
mocht worden.