18
Geldleening voor het
Grondbedrijf.
T
21 FEBRUARI 1924
De Raad der Gemeente Heemstede
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet-
houders dd. 19 Februari 1924;
Gelet op de artt. 136 en 194 der Gemeentewet
BESLUIT:
Burgemeester en Wethouders te machtigen tot iiet
aangaan van eene geldleening ten laste der gemeente
Heemstede voor aankoop van gronden en aanleg van
wegen voor het Grondbedrijf tot een bedrag van
drie honderd duizend gulden pari, zulks tegen eene
rente van vijf en drie kwart procent per jaar en ver-
der op den grondslag van de volgende bepalingen
1 o. de gelden zullen worden opgenomen op I
Maart 1924
2o. van het geleende bedrag zal gedurende negen
achtereenvolgende jaren te beginnen in het jaar negen-
tienhonderd vijf en twintig telkens op een nader door
Burgemeester en Wethouders in overleg met den geld-
schieter vast te stellen datum van elk jaar worden af-
gelost een bedrag groot zeven duizend vijf honderd
gulden, terwijl het resteerende bedrag in eens zal
worden afgelost op 1 Maart 1934; de gemeente is
echter bevoegd telken jare een grooter bedrag af te
lossen, mits daarvan ten minste drie maanden te voren
kennis gevende, doch bij het doen van zoodanige
buitengewone aflossing zal de gemeente van dit be-
drag drie maanden extra rente moeten betalen. De
sommen welke boven het g,enoemde aflossingsbedrag
worden terugbetaald, zullen worden afgeschreven van
de laatste termijnen der periodieke aflossingen;
3o. De betaling der rente zal jaarlijks plaats hebben
op eeti nader door Burgemeester en Wethouders in
overleg met den geldschieter vast te stellen datum of
data, berekend naar een rentevoet van 5% pCt. per
jaar, telkens over de op den vervaldatum versdiul-
digde hoofdsom
4o. de geldleening zal worden gesloten op onder-
handscbe schuldbekentenis(sen), waarvan de kosten
voor rekening van de gemeente komen
5o. rente en aflossing zullen worden gevonden uit
de gewone inkomsten der gemeente.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 21
Februari 1924.
De Secretaris,
L-
De.Woorzitter,