20 MAART 1924 70 Brug Leüevijver Eenmans- wagen Brug Zandv.laan De Voorzitter antwoordt, dat dit rapport is ingezon- den naar aanleiding van een vraag van spreker aan Openbare Werken. Dit was echter geen raadsstuk. De heer Jorritsma heeft dus meer gezien, dan bij de raads- stukken behoorde aanwezig te zijn; hij heeft een toetje gehad. De heer Jorritsina vindt, dat de onkosten vooi sneeuwruimen ad f 3000.— toch geen kosten voor werk- verschaffing zijn. Evenmin het rooien van boomen in de Torenlaan en de werkzaamheden op het Grotstuk. De Voorzitter deelt mede, dat dit de meerdere kosten zijn, die gemaakt zijn door werkloozen voor die werken te 'gebruiken. Wat het meer kost, dan het gekost zou hebben wanneer goede werkkrachten waren gebiuikt, wordt uit den begrootingspost voor werkverschaffing betaald. Dit is niet een blaam voor de werkloozen; deze kunnen het niet zoo goed doen als de geschoolde werk- krachten. De heer Jorritsma dacht, dat een uitgaaf als bijv. ver- voer van zwarten grond naar de Vrijheidsdreef op een anderen post behoorde. Op die wijze kan men den post voor de werkverschaffing wel hoog maken. Verschil- lende uitgaven in het rapport genoemd behooren bij de bedrijven thuis. De Voorzitter gelooft hier al voldoende op geant- v/oord te hebben. De heer Jorritsma zegt, dat de brug over den Lehe- vijver nog niet begaanbaar is. Hij zou willen verzoeken, om deze spoedig door de IJsclub weer in orde te laten brengen. ,ir De heer De Wilde deelt mede, dat deze Woensdag weer in orde was. De heer Jorritsma zal eens kijken. De heer jorritsma zegt verder in de krant te hebben gelezen, dat hier ook eenmanswagens zullen komen. Spreker vraagt, of dit volgens de overeenkomst kan. Het berichtje stond wat mal in de krant. De Voorzitter gelooft wel, dat dit kan en dat er met veel tegen te doen is. De heer Jorritsma vraagt daarna, aan wien is gegund het werk van de verbreeding van de brug in de Zand- voortschelaan over de Houtvaart. De Voorzitter antwoordt, dat nog een onderzoek wordt ingesteld naar de borgen. De heer Jorritsma zegt, dat uit deze aanbesteding weer blijkt, dat men veel goedkooper terecht kan, als men een openbare aanbesteding houdt, dan een aanbe- steding onder eigen ingezetenen. De verschillencîe be- dragen loopen nog al uit elkaar en hier geeft het een verschil van f 1600.Hij gelooft, dat het in t belang is telkens openbare aanbestedingen te houden. De Voorzitter gelooft, dat dit wel een toeval is. Bij andere werken, zooals bij het Politiebureau, was dit nie^ het geval.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1924 | | pagina 23