20 MAART 1924. 50 Het ontwerp-besluit van deze wijziging luidt: 3o. 7e Wijziging Algemeene Politieverordening. De heer Jorritsma vraagt, of toch nog het adres van de R. K. Bouwvakarbeiders in behandeling kan worden genomen. De Voorzitter gelooft, dat het juist de strekking van het adres en het idee van de bouwvakarbeiders is, om de verordening in dien geest te wijzigen. De heer Hilterman had gedacht het heele artikel te schrappen. Hij nreende, dat dergelijke maatregelen niet op den weg van het Gemeentebestuur lagen, nraar op den weg der drankbestrijding. Bovendien is de maat- regel niet afdoende, omdat de menschen zich in andere gemeenten toch nog van drank kunnen voorzien. De Voorzitter zegt, dat rnen nu een betere toepassing der verordening kan krijgen, ook is het prettiger voor den Burgemeester, als deze v/eet waaraan hij zich te houden heeft. De heer Van der Erf zou de aandacht willen vestigen op het feit, dat de verordening op een heel eigenaardige wijze is uitgelegd. Verschillende nette ingezetenen heb- ben er vreeselijk aanstoot aan genonren, dat zij met naam, geboorte-datum en adres zijn bekend gemaakt in onenbare lokalen. Spreker heeft steeds gezegd, dat rnen het die menschen, die door den toestand gedwongen worden steun te vragen, zoo gemakkelijk mogelijk moet maken. Men moet de eer van die menschen niet kwet- sen; spreker vindt, dat door deze wijze van handelen de eer niet op prijs is gesteld. Hij betreurt, dat aan de verordening deze uitleg is gegeven. De Voorzitter deelt mede, dat wat de openbaarmaking der lijsten betreft, zich een geval heeft voorgedaan, dat een tapper onder drang de iijst heeft afgegeven. Dat is natuurlijk heelemaal niet de bedoeling geweest. Later is dan ook tegen de tappers gezegd, dat de lijst niet open- baar gemaakt mocht worden. De Burgemeester kan er niets aan doen, wat door de tappers later met de lijst gedaan wordt. Wat er verder gebeurd is, zal hij niet be- spreken. In de couranten heeft al genoeg gestaan. Het was echter heelemaal niet de bedoeiing om de werklie- den te treffen. De heer Van der Erf gaat er mee accoord, dat dit niet de bedoeling is geweest, maar het feit, dat aan iemand, die eens f 2.of f 4.steun heeft genoten, toevallir in een café komeride, een glas bier wordt gewe:gerd, keurt hij af. De Voorzitter zegt, dat dit een fout is geweest van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1924 | | pagina 3