20 MAART 1924.
56
Als de Voorzitter gelooft, dat de grond te slap was, dan
hebben ze hem bij den neus genomen. Ze hebben bij
dien keeringsdain een groote stoinmiteit begaan; zij
hadden den dam direct moeten maken, zooals hij nu is.
Men moet niet probeeren om spreker om den tuin te lei-
den, want van dergelijke werken heeft hij ook nog wel
een beetje verstand. Hij zou in het vervolg nooit wecr
zoo iets willen laten doen, tenzij rnen er betere menschen
aan zet.
Wat de verordening betreft, de aangebrachte wijzi-
ging helpt absoluut niets en B. vn W. schijnen h er nog
niets van gelecrd te hebben. Men had veel he.er een
artikel in de nieuwe steunregeling kunnen inlasschen.
Het gekste is, dat er menschen op de lijrt waren ge-
plaatst zonder adressen en dat menschen, d e uit brood-
nood bij de werkverschaffing waren, op de lijst waren
geplaatst, alsof het de grootste zuipeis waren. Het gaat
toch niet aan, onr, als bij den Hout een schoe ie woonty
te zeggen, dat heel Bosch en Vaart eer zoodje is. De
lijst gaat van de Politie uit. De lste lijst werd ingetrok-
keri; de 2de lijst, waar nog een briefje bijgevoegd was,
is onderteekend door den Inspecteur van Politie. Hij
vraagt, wat deze er mede te inaken heeft. Spreker is zelf
geheelonthouder en wat hem betreft, zouden alle vpr-
gunningslokaliteiten kunnen worden opgeruimd.
Wat de foto-geschiedenis betreft, dit is ee i geintje
geweest van visschers op een Zondagmorgen. Later is
uit nog eens opnieuw vereeuwigd aan den Bu gwal te
Haarlem. B. en W. treft in dezen geen blaam. 't Is weer
een agitatie geweest van de kroeghouders, waarvan som-
migen er zich absoluut niets van aantrekken.
Wat ten slotte de huurschuld betreft, B. en W. zeg-
gen, dat dit niet waar is. Hij heeft die administratie
eens meegenomen en hij vindt het net een admiirstratie
van een water- en vuurvrouwtje. Ze blijkt ook niet heele-
maal in orde te zijn. Eens bedroeg de schuld nog f 29.52
en later is er weer iets opgelegd. B. en W. onikennen,
dat de huurschuld van 1918 is. Hij zou wel willen, dat
ze hern eens vertelden, van wanneer ze dan wel is.
Spreker toont verschillende bonnetjes, waarop wel staat,
dat een zeker bedrag is ingekomen, maar zonder datum
en zelfs zonder handteekening. Niet alleen huurschuld,
maar ook beiasting wordt op die wijze ingehouden. Hij
houdt vol, dat het niet zoo is, als door den Voorzitter
wordt gezegd en zou daarom willen verzoeken om die
gelden terug te betalen.
De Voorzitter antwoordt, dat omtrent het ontslag van
G. Veen wordt gezegd, dat hij niet bij de werkverschaf-
fing had willen komen. Spreker begrijpt dit niet goed.
Er was toch een besluit van den Raad, clat alleen steun
werd verleend door middel van werkverschaffinp. M:s-