47
22 MEI 1924
de Gemeenle, waarop toezicht op den gezondheids-
toestand wordt uitgeoefend dan wordt zijn kaart door
het hoofd der school in gesloten omslag naar het
hoofd der andere school gezonden.
Verlaat de leerling de school dan wordt de kaart
binnen acht dagen door het hoofd der school afge-
geven aan de ouders of verzorgers van den leerling.
De schoolarts bezoekt iedere school waarover zijn
toezicht zich uitstrekt ten miriste éénmaal per maand
op met het hoofd der school overeengekomen dagen
en uren.
Hij heeft het recht te allen tijde de school te be-
zoeken, doch kan behalve in geval van besmettelijke
ziekte of van een andere dringende omstandigheid ter
beoordeeling van den Burgemeester, alleen dan leer-
lingen onderzoeken, als hij zijn bezoek ten minste 2
maal 24 uren te voren aan het hoofd der school heeft
aangekondigd.
De schoolarts is verplicht, ook buiten de tijden in
artikel 5 en in dit artikel bedoeld, zoo spoedigmoge-
lijk de school te bezoeken, wanneer hem dit door
het hoofd der school schriftelijk wordt gevraagd bij
het vermoeden of bestaan van besmettelijke ziekte of
wegens een andere dringende omstandigheid ter be-
oordeeling van den Burgemeester.
Geeft het onderzoek, bedoeld in de artikelen 5 en 8,
den schoolarts aanleiding om geneeskundige behan-
deling van een leerling wenschelijk te achten, dan
doet hij hiervan mededeeling aan het hoofd der school.
Deze geeft daarvan schriftelijk kennis aan de ouders,
voogden of verzorgers en zendt aan den schoolarts
bericht, welk gevolg aan deze mededeeling is gegeven.
Is de schoolarts van oordeel, dat
dan geeft hij daarvan kennis aan Burgemeester en
Wethouders.
De schoolarts is niet bevoegd aan het hoofd der
school of de onderwijzers(essen) bevelen te geven.
Acht hij voor een leerling een bijzonderen maatregel
(zooals het aanwijzen van een bepaalde zitplaats) noo-
dig, dan verzoekt hij het hoofd der school hierin te
voorzien of hieromtrent voorstellen te doen. ls hij van
Artikel 8.
Artikel 9.
deeling geen of geen voldoend
Artikel 10.