47 22 MEI 1924 Het ontslag kan in bijzondere gevallen of wanneer de gedragingen van den schoolarts dit wenschelijk maken op korteren termijn en met inhouding van de vergoeding boven de belooning worden gegeven. Dit geschiedt evenwel niet dan nadat de belangheb- bende door Burgemeester en Wethouders schriftelijk in kennis is gesteld met de redenen daarvoor en ge- durende ten minste dertig dagen de gelegenheid heeft gehad een schriftelijk verweer bij den Gemeenteraad in te dienen. Het ontslag gaat dan in op den dag door den Raad te bepalen. Artikel 22. Burgemeester en Wethouders zullen omtrent klachten of bezwaren tegen de schoolartsen geen beslissing nemen, die niet in den Raad brengen en deze zal die niet behandelen, dan na een nauwgezet onderzoek en na den betrokken arts te hebben gehoord. Artikel 23. De schoolartsen wonen op verzoek van Burgemees- ter en Wethouders vergaderingen van dat College bij ter beraadslaging over vooraf te hunner kennis ge- brachte punten hun werkkring betreffende. Zij dienen desgevraagd van bericht en raad omtrent zaken, rakende het gezondheidstoezicht waarmede zij belast zijn. Artikel 24. De schoolarts behoeft voor eene afwezigheid van 14 dagen of langer, behalve in de zomervacantie der scholen, verlof van Burgemeester en Wethouders. Bij eene aanvrage om verlof behoort te worden aangegeven, op welke wijze de betrekking zal worden waargenomen. Artikel 25. Ingeval de schoolartsen nalatig zijn in de vervulling hunner verplichtingen zal op hunne kosten door Bur- gemeester en Wethouders in den dienst worden voor- zien, welke eventueel te maken kosten van hunne beloonmg zullen worden afgehouden. Artikel 26. De uitbetaling van de belooning geschiedt drie- maandelijks.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1924 | | pagina 33