53
Droogtoren bij gebouw voor
Openbare Werken.
22 MEI 1924
Aan den Raad.
Naar aanleiding van de toezegging docr den Voor-
zitter der vorige raadsvergadering om nogeensonder
het oog te zien, of in de plaats van den toren eene
andere gelegenheid kan worden gevonden om slangen
te drogen, deelen wij U het volgende mede.
Het drogen der slangen geschiedt thans aan een
zijgevel van de Openbare School. Dit heeft tengevolge,
dat bij regenachtig en vochtig weer het lang kan du-
ren voor de slangen goed droog zijn, waardoor deze
veel hebben te lijden. Bovendien zou, wanneer deze
plaais voor dat doel bestemd bleef, veel tijd verloren
gaan luet het heen en weer brengen der slangen.ter-
wijl een vlug uitrukken der brandweer zou kunnen
worden bemoeiiijkt. Om van een goed functioneeren
der brandweer verzekerd te zijn, achten wij het nood-
zakelijk, dat de slangen steeds blijven in de nabijheid
van de brandweercentrale. Als plaats voor het drogen
is genoemd het lerrein bij de Oasfabriek. Men behoudt
dan echter het bezwaar bij het drogen der slangen,
dat deze aan weersinvloeden zouden blijven blootgesteld.
Hierom zijn wij andermaal tot de slotsom gekomen,
dat het in het belang van de brandweer, derhalve in
het belang der gemeente is, dat het drogen der slarigen
geschiedt in een droogtoren bij de brandweercen-
trale. De kosten van den toren, worden geraamd
op f 1700.en met inbegrip van den schoorsteen
voor centrale verwarming op f 2050.—. Evenals
het geheele gebouw, dat bij een inhoud van rond
2300 M3 geraamd wordt op f 35.000.of f 15.25
per M3, is ook de toren zeer sober gehouden. Verder
mag niet uit het oog worden verloren, dat de toren
tevens zal worden ingericht als oefenplaats in het klim-
men voor de manschappen van de brandweer en een
goede plaats biedt voor de alarmeerinrichting voor de
oproeping van het brandweerpersoneel overdag. De
schoorsteen van de centrale verwarming kan tegelijk
met den toren worden opgetrokken. Die schoorsteen
wordt wel is waar iets hooger dan noodig zou zijn
zonder toren, maar daardoor kan hij inwendig kleiner
zijn, zonder dat dit aan de goede trekking schaadt en