59
24 JUNI1924
Wanneer het inkomen niet hooger wordt vastgesteld
dan f 1600 of boven f 11000 wordt op de rôle slechts
vermeld, respectievelijk r.iet hooger dan f 1600" of
„boven f 11000.
Suppletoire rôles worden op dezelfde wijze vastge-
steld bij tusschentijdsche toelating van leerlingen.
De rôles worden terstond na de vaststelling aan
den Gemeente-Ontvanger ter invordering toegezonden.
Art. 3.
De Gemeente-Ontvanger zendt zoo spoedig moge-
lijk, nadat hem een rôle ter invordering is toegezon-
den, aan hen, die daarop als belastingschuldigen voor-
komen, in gesloten omslag een aanslagbiljet, vermel-
dende den naam van den belastingschuldige, dien van
den leerling of van de leerlingen, den naam der school,
het voor zooveel noodig vastgesteld bedrag van het
inkomen, het bedrag van het retributiegeldde plaafs
van betaling, de dagen en uren, waarop voor de ont-
vangst zitting wordt gehouden en eene uitnoodiging
tot betaling vöör of op de vervaldagen.
Art. 4.
Binnen één maand na de uitreiking van het aanslag-
biljet kan tegen het daarbij gevorderde bedrag bij Bur-
gemeeester en Wethouders schriftelijk bezwaar woiden
ingebracht.
Wanneer het bezwaar wordt ingediend op grond
van een te hoog vastgesteld bedrag van hetinkomen,
zullen Burgemeester en Wethouders den reclamant
in de gelegenheid stellen te bewijzen hoe groot zijn
inkomen werkelijk is.
Ter bekoming van de teruggaaf, bedoeld bij art. 6,
le. lid, der Verordening op de heffing, moet binnen
ééne maad na het ontstaan van de reden daartoe een
schriftelijk verzoek tot Burgemeester en Wethouders
worden gericht.
Burgemeester en Wethouders beslissen op een en
ander zoo spoedig mogelijk en geven den belangheb-
bende van hunne beslissing schriftelijk kennis.
Art. 5
Het retributiegeld moet in drie gelijke termijnen