18 SEPTEMBER 1924
197
„eens afbraak, waarvan een loods kan worden ge-
„maakt,"
Spreekster vraagt, öf zij aan de Vereeniging mag
zeggen, dat de Raad er sympathiek tegênover staat.
De Voorzitter antwoordt, dat hij Mevr. de Voogt
gaarne heeft toegestaan dit onderwerp toe te lichten.
Het punt zelf is thans echter niet aan de orde en zal bij
de begrooting worden behandeld. B. en W. moeten er
ook eens over denken.
De heer Van Unen zegt, dat de Vereeniging aan een
sympathïe-betuiging niet veel heeft. Zij heeft geld en
grond noodig.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. bij de 'oegrooting
met een voorstel over deze aangelegenheid bij den Raad
zullen komen.
Bouw De heer Jorritsma zegt, dat blijkens het raadsverslag
arbeiders- van 29 Juli 1924 de heer TromP er ziln verwondering
over uitgesproken heeft, dat bij de aannemers de liefde
wonmgen. VQOr aj-beiders njet Zoo groot is, dat zij zich met
arbeiderswoningbouw belasten. De heer Tromp heeft dit
toen gezegd naar aanleiding vân spreker's uitdrukking,
dat particulieren alleen bouwen als er geld te verdienen
is. De heer Tromp heeft dus gemeend, spreker een
standje te moeten gevenpomdat spreker als aannemer
een partij arbeiderswoningen had moeten bouwen. Dat
stelsel is misschien mogelijk in de maatschappij, die de
heer Tromp zich voorstelt, maar in het algemeen geldt
dat niet en tot nu toe is het altijd gewoonte, dat een
aannemer er aan verdienen moet. Als men nu denkt, dat
spreker rnaar woningen moet bouwen, dan zou hij willen
wijzen op het verleden.
De Voorzitter valt den heer Jorritsma in de rede door
te zeggen, dat deze op die wijze te persoonlijk begin't
te worden en dat de heer Jorritsma zoo iets niet moet
denken.
De heer Tromp wil, om alle kwade gedachten weg te
nemen, zeggen, dat hij den heer Jorritsma daarmede niet
bedoeld heeft. Hij wenscht zich echter niet door den hêer
Jorritsma te laten afstraffen.
De heer Jorritsma heeft gedacht, deze zaak bij de
rondvraag ter sprake te mogen brengen. Nu blijkt, dat
de heer Tromp spreker niet persoonlijk heeft bedoeld,
was een kleine rectificatie wel op haar plaats.
De heer de Boer vraagt, of de Voorzitter iets weet
Malaria. omtrent malaria en malariabestrijding. In het gezin van
spreker en dat van een familielid van hem zijn van de
11 personen,'6 aangetast of 54 Spreker vraagt, of
dit alleen bij die 2 gezinneri het geval is, of dat dit m
de heele gemeente zoo erg is, want dan zou het niet zoo
misplaatst zijn als de malariabestrijding doorgaat. In de