Geldleening voor Badhuis.
23 OCTOBER 1924
De Raad der Gemeente Heemstede
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethou-
TS
Ge'let op de artikelen 136 en 194 der Gemeentewet
BESLUIT:
Burgemeester en Wethouders te machtigen door
tusschenkomst van H. A. Bultman, kassier te Heem-
stede eene geldleening aan te gaan ten laste der
gemeente tegen den koers van 98 pCt. ten behoeve
van de stichting van een volksbadhuis met womng
tot een nominaal bedrag van drie en vijftig duizend
gulden (f 53.000.—)opden grondslag van de volgende
bepalingen
1. De gelden zullen worden opgenomen op een
nader door Burgemeester en Wethouders in overleg
met den geldschieter te bepalen datum of data
2. Van de leening zal jaarlijks een bedrag van
f 1300,— en het laatste jaar f 1000.— worden afgelost
3. de gemeente is bevoegd om telken jare een
hooger bedrag dan het onder 2 vermelde of het ge
heele resteerende bedrag af te lossen, echter niet vöör
1 Januari 1930;
i )e sommen welke boven het genoemd aflossings-
bedrag worden terugbetaald, zullen worden afgetrok-
ken van de(n) laatste(n) termijn(en) der periodieke af-
lossingen
4. De onder 2 vermelde aflossing zal voor de
eerste maal plaats hebben in het jaar 1926 en wel op
een nader door Burgemeester en Wethouders in over-
leg inet den geldschieter te bepalen datum of data;
^5. De betaling der rente zal jaarlijks plaats hebben
op een nader door Burgemeester en Wethouders in
overleg met den geldschieter vast te stellen datum of
data, berekend naar een rentevoet van zes procent
per jaar, telkens over de op die vervaldagen verschul-
digde hoofdsom
6. De geldleening zal worden gesloten op onder-
handsche schuldbekentenis, waarvan de kosten voor
rekening van de gemeente komen.
7. Rente en aflossing zullen worden gevonden uit
de gewone inkomsten en uitgaven der gemeente.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 23
October 1924.
De Secretaris, f
De Voorzitter,