213
23 OCTOBER 1924
kunnen Burgemeester en Wethouders afwijking ver-
leenen.
De heer De Breuk vraagt, of het niet juistei is om
die afwijking heelemaal weg te laten Er wordt gezegd,
dat dan en dan het gébouw klaar moet zijn, maar
dat afwijking kan worden verleend, m.a.w nou ja,
het komt niet zoo heel precies.
De Voorzitter ontkent, dat dit er in ligt opgesloten.
De heer Van Unen ondersteunt het voorstel van
den heer Jorritsma wel. Hij vindt den termijn tot 1
Januari 1946 al rijkelijk lang en wil daarom graag
hebben, dat de Raad er in gekend zal worden, als
deze termijn nog verlengd moet worden. Hij acht dit
in overeenstemming met de heele verordening.
De heer Jhr. van de Poll zegt, dat het een kwestie
kan zijn van een paar maanden en dan is het gemak-
kelijker, dat afwijking wordt verleend door een College
besfaande uit een klein aantal personen.
De heer Van Unen zegt, dat men niet weet, voor
hoe een langen termijn afwijking zal moeten worden
verleend.
De Vooizitter gelooft niet, dat Burgemeester en
Wethouders er bezwaar tegen hebben, om dit recht
aan den Raad toe te kennen.
De heer De Breuk zou de mogelijkheid van afwij-
king heelemaal willen weglaten.
De Voorzitter vindt dit niet verstandig. Door den
winter of door andere omstandigheden zou de bouw
vertraagd kunnen worden en daarom moet eenig uit-
stel mogelijk zijn.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming goed-
gevonden om in voorwaarde 6 de woorden: „Burge-
meester en Wethouders" te wijzigen in „den Raad".
Bij voorwaarde 10 zegt de heer Jorritsma, dat de
Vereeniging den grond gratis krijgt en dat dit de
gemeente elk jaar f 4800 kost. Nu is het wel gewenscht,
dat daar weer iets anders voor terugkomthij wil
daarom de verplichting opleggen, dat zij moeten toe-
staan, dat andere vereenigingen van dit gebouw ge-
bruik maken.
De Voorzitter zegt, dat de gemeente die huur dan
toch niet zal ontvangen.
De heer Jorritsma vindt, dat andere vereenigingen
toch ook wel eenig recht op het gebouw hebben.
De Voorzitter zegt, dat het gebouw het eigendom
der Vereeniging is. Men kan haar exploitatie niet bin-
den en de Vereeniging onder curateele stellen.
De heer Jorritsma acht het niet meer dan billijk.
Een en ander moet worden geregeld in overleg met
Burgemeester en Wethouders.
De heer Van Unen zou dit onbillijk vinden.
Het voorstel van den heer Jorritsma wordt niet
ondersteund.