23 OCTOBER 1924.
216
De heer Jhr. van de Poll wijsi er op, dat dit heele
kleine postjes zijn. Voor groote bedragen, zooalsvoor
Openbare Werken bijv., wordt altijd te voren een
crediet van den Raad gevraagd.
De wijziging der begrooting wordt vervolgens zon-
der hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
b Besluit tot wijziging van de begrooting der in-
komsten en uitgaven der gemeente voor liet dienstjaar
1924 tot een bedrag van f 20.000
De Financieele Commissie adviseert dit besluit on-
gewijzigd vast te stellen, waartoe zonder hoofdelijke
stemming wordt besloten.
Xlla. Voorstellen tot het aangaan van een geldlee-
104. Qeldleeningen voor Badhuis en Woningbouw.
De ontwerp besluiten luiden
e i 106. Geldleening voor Woningbouw.
De Financieele Commissie adviseert deze besluiten
tot het aangaan van geldleeningen, respectievelijk groot
f 53.000 en f 159.000, ongewijzigd vast te stellen.
De heer Van Unen vraagt zich af, waarom men nu
anders doet dan in den laatsten tijd. Vroeger sloot
men vocr enkele buitengewone posten één groote
leening, maar nu gaat men de manier volgen, om zoo
per object een leening te sluiten. Spreker vraagt, of
daar een voordeel in gezien wordt.
De Voorzitter meent er wel een voordeel in te zien.
Het lijkt hem ook juister om, als een werk onder
handen wordt genomen, er direct geld voor te hebben.
De heer Van Unen wil deze zaak liever aan den
algemeenen kant bezien. Er zouden zich omstandig-
heden kunnen voordoen, dat de markt, als men direct
leent, zeer ongunstig is.
De Voorzitter antwoordt, dat dan niet geleend wordt.
De heer Van Unen zou deze methode niet als regel
willen toepassen. Hij vindt dit aanbod niet zoo bij-
zonder gunstig.
e Voorzitter vindt het niet zoo ongunstig.
De heer Jorritsma vraagt zich af, of deze leening
wel gunstig is. Heemsteedsche schuldbewijzen, die
toî de beste behooren zijn op de Beurs niet te ver-
krijgen. Die van Apeldoorn, Arnhem en nog meer
gemeenten staan genoteerd op 100.
Xlla
Geldlee-
ning.
ning.
Het voorstel luidt
105.
Qeldleening voor Badhuis.