23 OCTOBER 1924 205 plaats een veriaging van den erfpachtscanon, maar dit vonden Burgemeester en Wethouders niet juist, omdat voor den grond is geleend tegen 7 pCt. Vervolgens is overwogen, om den tuin van „Tuinwijk" over te nemen, maar ook dit vonden Burgemeester en Wet- houders niet juist. Het beste achten zij, om rentelooze voorschotten te geven, juist met het oog op de groote leening. De Gemeente krijgt een zekere pré op de woningen, die na 7jaar eigendom der Gemeente worden. Over 1924 en 1925 zai het tekort waarschijn- lijk f 11.000 bedragen en hij gelooft niet, dat het ver- huren zooveel beter zal worden, dat in afzienbaren tijd de exploitatie sluitend zal kunnen worden gekre- gen. Gaat men nu rente van de voorschotten heffen, dan wordt dat met rente op rente een veel te groot bedrag. Spreker gelooft, dat het Bestuur vanTuinwijk de zaak met hart en ziel exploiteert en dat men het daarom de hand onder het hart moet steken en het moet helpen. De heer Van Unen kan zich hier nietmede vereenigen. Dat de exploitatie niet sluitend is, was wel te voor- zien. Deze woningen zijn niet bepaald de beste en er zullen wel zooveel onderhoudskosten komen, dat de exploitatie voorloopig niet sluitend wordt. Nu lijkt het spreker struisvogelpolitiek op financieel gebied om te zeggen, dat als men ook de rente boekt, het bedrag te groot wordt en men later te veel van het groote bedrag schrikt. De strop is er en nu zou spreker pre- cies willen zien, hoe groot de strop is en daarom zou hij ook de rente willen boeken. De heer Jhr. van de Poll is er niet voor, om den strop af te wentelen op het nageslacht en vindt het beter dezen nu reeds af te schrijven en door het tegen- woordig geslacht te laten betalen De heer Van Unen is het hier niet mede eens en beschouwt het als een zuiveren boekingsvorm. Van het belasten van het nageslacht is geen sprake. De vordering ten bedrage van het voorschot is voorloo- pig oninbaar, maar hij wil r.auwkeurig weten, wat oninbaar is. Het is niet zijn bedoeling de rente te brengen als ontvangst in den gewonen gemeentedienst. Als het huizencomplex later waardevoller mocht wor- den en er was geen rente berekend dan was deze nu voor de gemeente verloren. Het voorstel van den heer Van Unen wordt in stemming gebracht en aangenomen met 10 tegen 3 stemmen, die van de heeren Hilterman, Dr. Droog en Jhr. van de Poll. De heer De Breuk vraagt, of in voorwaarde 2 geen afbreuk wordt gedaan aan het budgetrecht van den Raad en of het niet juister is om Burgemeester en Wethouders te vervangen door den Raad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1924 | | pagina 6