11 DECEMBER 1924
246
lage huur. Dat bij het onderzoek vragen op politiek ter-
rein zijn gedaan is niet juist. Spreker heeft hier het
vragenlijstje voor zich en daarbij is geen enkele vraag
op politiek gebied. De vragen werden gesteld om te zien,
of de eigea ingezetenen ook reeds op een lijst van „de
Haemstede" voorkwamen, omdat men geen goed over-
zicht van de behoefte aan woningen zou krijgen als de-
zelfde menschen op verschillende lijsten voorkomen. De
opmerking, dat men hier geen arbeiderswoningen wil,
wenscht spreker te beantwoorden door te verwijzen naar
de woningen van de Haemstede op Insulinde en aan den
Kadijk. De Huurcommissie is afgeschaft op advies van
de Huurcommissie zelf. Later is over die aangelegenheid
nog een circulaire van den Minister ontvangen, waarin
op afschaffing wordt aangedrongen.
De vraag, waarom men nu wel een openbare school in
't noorden wil bouwen en toen met, beantwoordt spreker
met de mededeeling, dat die zaak indertijd parallel liep
met den bouw van een bijz. school in het noorden. Be-
Hoten werd toen, dat de bestaande bijz. school zou wor-
den opgeknapt en daarom was het billijk, dat ook
volstaan zou worden met het opknappen van de oude
openbare school. De bijz. school is er toch gekomen en
i et bliikt, dat cleze een zeer bijzonder grooten toeloop
heeft. Nu is het niet de bedoeling die school te ontvolken,
maar behalve deze bijzondere school blijkt daar ook nog
wel een openbare school noodig. Spreker heeft vernomen,
dat een adres gaande is om daar een openbare school te
krijgen, maar dat kan hij tot zijn spijt nog niet over-
leggen.
Wat de malaria betreft, zegt spreker, dat Heemstede
eenige jaren geleden aan de spits heeft gestaan, maar nu
niet meer, hetgeen er op kan duiden, dat men hier niet
stil gezeten heeft.
Vervolgens wil de Voorzitter den heer Tromp beant-
woorden. Deze heeft uit een ander vaatje getapt. Deze is
niet over' het beleid van B. en W. te spreken en vindt het
zelfs eenigszins gevaarlijk. Ook over de politie heeft hij
een boel dingen gezegd, die niet erg vriendelijk klinken.
Spreker zou den heer Tromp willen vragen om, als hij
zoo in hooge mate ontevreden over de politie is. zoo
vriendelijk te zijn eens met het Hoofd van het politie-
korps te praten. Spreker zou hem gaarne te woord staan.
Hij kan het billijken, dat de heer Tromp bereid is in de
geheime vergadering mededeelingen te doen, maar hij
zou willen verzoeken om het hem te vertellen, dan kan hij
het onderzoeken. Als de heer Tromp klachten heeft en
zegt, dat de politie dingen doet, die particulieren niet
rnogen doen, dan zou hij spreker een groot genoegen
doen, om bij hem te komen en deze zaken met hem te