11 DECEMBER 1924 249
Werken heeft aangevallen. Wat de sloot aan den Leid-
schevaartweg betreft, deelt hij mede, dat deze eerst vol-
gens de bepalingen in orde moest worden gemaakt en
dat dan pas de straat zou worden gelegd. Aan de open-
bare school is het werk stopgezet, toen de raming werd
overschreden, zoodat er toch wel wat tegen gedaan is.
Hij geeft toe, dat de opzichter wat geleden heeft aan de
kwaal van te laag ramen. Vroeger kwam dit niet zoo aan
't licht, maar nu is aan elk onderdeel van posten a!s
paden, wegen, enz. te zien, hoeveel geld er in zit. Het
maken van juiste ramingen is wel heel mooi, maar uiterst
moeilijk. Spreker vindt echter een te lage raming Iang
zoo erg niet dan een te hooge raming. Als de ranring te
hoog is, zou het overblijvende geld voor andere cioel-
einden kunnen bestemd worden, maar bij een te fage
rarning kan er niets verdonkeremaand worden, vooral
niet bij een actieven Raad en een Financiëele Commissie,
die er zoo degelijk op let. Eén ding heeft spreker niet
begrepen, n.l. wat de Camplaan betreft, daarover zou hij
graag een nadere toelichting ontvangen.
De heer Van Unen zegt, dat het hem nu meer dan hij
eeist dacht, genoegen doet een woord van lof te hebben
gericht tot B. en W. Sprekers, die op hem gevolgd zijn,
hebben wel wat krasse termen gebezigd, zooals chica-
neeren. Het deed hem genoegen te hooren, dat B. en W.
een ernstig vertrouwen hebben, dat de belasting niet ver-
hoogd zal worden. De opmerking van den heer Dr. Droog
over hetgeen op de aanplakbiljetten staat, is wel aardig
gevonden, maar sprekers bedoeling was niet van twee
kwaden het minst kwade te kiezen. In dien zin had hij
dit niet bedoeld. Wat gezegd is over de pro memorie-
posten, bevredigt spreker niet geheel. Er staan 5 pro
memorie-posten op de begrooting, maar misschien zijn er
ook nog wel 5 andere dingen. Hij acht het niet de juiste
methode om deze op de begrooting te zetten, om den
Raad dan daaruit maar te laten kiezen.
Voor den tweeden keer meent de heer Jorritsma spre-
kers naam te moeten verbinden aan de openbare school in
'tnoorden. Spreker begrijpt dat niet zoo precies. Hij heeft
heelemaal geen spijt van het toen genomen besluit, maar
nu de omstandigheden heel anders zijn, ziet hij met
groote belangsteiling en met instemming, dat B. en W.
daar een nieuwe school v/enschen te stichten. Integen-
deel, hij zou zelfs aan B. en W. willen verzoeken deze
zaak te bespoedigen.
De opmerking, dat in onze gemeente niet genoeg voor
arbeiderswoningbouw wordt gedaan, acht hij onjuist.
Hij zou aan B. en W. willen vragen, of zij niet vergeten,
dat de tijd, om geld uit de gemeentekas te geven voor
woningbouw, voorbij is en dat men voorzichtig rfioet zijn
nog in die richting te gaan.