11
11 DECEMBER 1924
255
Electricit.
bedrijf
De Commissie adviseert deze begrooting ongevvijzigd
vast te stellen, waartoe zonder hoofdelijke stemming
wordt besioten.
Electriciteitsbedrijf.
Begrooting van baten en lasten van het Electriciteits-
bedrijf voor 1925, totaal gewone die^st f 324.455, totaal
kapitaaldienst f 156.729,49. Winst 47.774,10.
De Commissie stelt voor deze begrooting eveneens
ongewijzigd vast te stellen.
De heer Van Unen zou willen vragen, of door de Corri-
missie voor de bedrijven niet eens ernstig onder de oogen
zou kunnen worden gezien de invoering van een vast-
recht-tarief, evenals dit in Amsterdam is geschied. Door
het vastrecht-tarief krijgt men een meer loonend bedrijf
en een meer intensief gebruik en, naar hij vernomen
heeft, geeft het voor de burgerij een groot gerief door
het meerder gebruik van tal van huishoudelijke electri-
sche apparaten, die men dan tegen een goedkooper ta-
rief kan aansluiten. Amsterdam heeft een soortgelijke
method'e toegepast voor het gasverbruik, n.l. met betrek-
king tot verwarmingstoestellen en die methode schijnt
daar werkelijk in het belang van het gasbedrijf te zijn.
Hij zou gaarne willen, dat de Commissie voor de bedrij-
ven deze zaak eens ernstig overwoog en onderzocht, of
op die wijze het belang van de burgerij kan worden ge-
koppeld aan het belang van het Gasbedrijf. Ook in
Haarlem en andere gemeenten is zoo'n regeling inge-
voerd. Hij gelooft, dat men in die richting de studie eens
einstig moest aanvatten.
De Voorzitter deelt mede, dat hij al eens een uitvoe-
rige conferentie met den Directeur van de Gas-, Duin-
water- en Electriciteitsbedrijven heeft gehad over de in-
voering van een vastrecht-tariet. In beide gevallen zijn
zoowel voor- als nadeelen aan te wijzen. Een vastrecht-
tarief komt aan personen, die niet gefortuneerd zijn, niet
ten goede. De gefortuneerden zullen wel die huishoude-
lijke apparaten aanschaffen, maar de anderen niet. Het
voordeel ligt juist in het groote verbruik. Voor de min-
der gegoeden kan moeilijk worden uitgemaakt, hoeveel
benoodigd is, en het doen van onnoodige uitgaven wordt
een beetje in de hand gewerkt. Electriciteit dient toch
niet voor verwarming, maar in de eerste plaats voor ver-
lichting. Voor verwarming zal men eerder gas nemen en
door een meerdere afname van electriciteit zal men een
nadeel voor het gasverbruik krijgen.
De heer Van Unen zegt meer een wijziging in het ta-
rief te bedoelen en als dit een voordeel brengt aan de
eene categorie en geen nadeel voor de andere cate-
gorie, dan ziet hij daar niet veel bezwaar in en
behoeft men het niet na te laten. Men kan vinden, dat
Vt