11 DECEMBER 1924.
maken, dat deze post, vergeleken bij vroeger, enurrn is
gestegen en nu reeds circa f 5000,— bedraagt. Hij is
steeds de meening toegedaan geweest, dat dit op minder
kostbare wijze had kunnen geschieden en bij de laatste
demonstratie is hij in zijn meening nog versterkt, dat het
niet zoo noodig was een motorspuit aan te schaffen. Bij
de demonstratie is toch gebleken, dat met de waterlei:
ding een bijna even hooge straal water is te verkrijgen,
dan nret de motorspuit. Hij blijft van meening, dat het
een kostbaar instituut is en dat die zaak op goedkooper
wijze evengoed had kunnen worden geregeld.
De Voorzitter zegt, dat het toch eigenlijk alleen gaat
over den post van f 1800 voor onderhoud van brand-
bluschmiddelen. Hij vermoedt, dat de heer Van der Erf
toch ook zal gezien hebben het zeer groote nut van sa-
menwerking tusschen de autospuit en de waterleiding.
Spreker zegt, dat niet overal waterleiding is en dat men
dikwijls ver van een brandkraan zit. De auto is op groo-
ten afstand veel vroeger ter plaatse van den branci dan
de vroegere spuiten. Ook wijst hij er op, dat als een ge-
meente de brandweer goed voor elkaar heeft, de premie
voor de brandverzekering door sommige Maatschappijen
wordt verlaagd.
De heer Van der Erf zegt niet te hebben willen bewe-
ren, dat men zich niet goed heeft aangepast, maar alleen,
dat men evengoed had kunnen moderniseeren zonder
motorspuit. In Haarlem bijv. is ook geen motorspuit en
daar is de brandweer ook goed. Men had beter eerst de
reorganisatie tot stand kunnen brengen en dan de aan-
schaffing van een motorspuit kunnen overwegen, maar
hier is het omgekeerd gebeurd.
Volgno. 214 wordt daarna conform vastgesteld.
Bij volgno. 222 vraagt de heer De Boer of bekend is,
dat het Rijk geen subsidie nreer aan de burgerwacnt ver-
leent. De burgerwacht alhier kan dan niet meer bestaan
van een subsidie van f 200.en dan zal zij noodwendig
moeten likwideeren. Hij heeft een staatje van uitgaven
en komt dan op f 530.hetgeen uitsluitend hoog noo-
dige uitgaven zijn en waarbij niet is gerekend voor een
vroolijken avond of een potje bier. Nu is het de vraag of
de burgerwacht nog noodig is.
De heer Jorritsma: ,,Wel neen".
De heer De Boer zegt, dat B. en W. deze blijkbaar wel
noodig achten. Spreker zelf wil beweren, dat deze nog
hoog noodig is. AIs men de menschen nu hoort, is het
niet meer noodig, maar wel enkele jaren terug, toen de
Communisten in Duitschland nabij de grens zaten en
toen de leider der S. D. A. P. zich hier vergist heeft. Als
men de geschiedenis leest, dan weet men, dat in Rusland
zeer actieve eti internationale menschen wonen. Daar