11 DECEMBER 1924 274
wil aannemen, dat dit een nieuwe post is, maar deze be-
hoeft toch niet direct op f 8500 te worden gebracht. Hij
stelt daarom voor om volgno. 4 van post no. 260 te ver-
lagen met f 4300 en volgno. 8 met f 4500, dan is nren
op het bedrag groot f 8800, genoemd door de Finan-
ciëele Commissie.
De heer Hilterman vindt het onverantwoordelijk om,
als het zoo moeilijk is verandering in dergelijke posten
te brengen, zich daarmede dan te bemoeien. Als men
over die posten inlichtingen heeft gehad, moet men zich
daarop ook kunnen verlaten.
De heer Tromp vraagt, waarom als de posten 260 en
261 zoo nauw verbonden zijn, deze niet te zamen zijn
gevoegd. Er komen bijna gelijke zinnen in voor, zuoals
de raming wegens rijloonen.
De Voorzitter zegt, dat volgens de adminisrratieve
voorschriften die twee posten moeten gesplitst zijn.
De heer Van der Erf deelt mede, dat in vorige raads-
zittingen is gezegd, dat besproeiïng zoo'n groote bezui-
niging geeft. Als het werkelijk zoo goed voor de straten
is, dan is hij er sterk tegen om den post te verlagen en
vindt hij dezen eerder nog te laag.
De heer Dr. Droog antwoordt, dat het werkelijk een
behoud voor de wegen is. Het plan is door te gaan met
spramex, waarmede in Bloemendaal de wegen ook zoo
uitstekend zijn gemaakt, zooals bij het Raadhuis.
De heer Breed merkt op, dat spramex is genoemd on-
der no. 2 van den post.
De heer Dr. Droog antwoordt niet te hebben gezegd,
dat onder no. 4 de aankoop van spramex zit. SpreKer
deelt mede, dat Bloemendaal veel en veel rneer aan de
wegen besteedt. Volgno. 4 is, behalve voor sneeuwrui-
men, bijvoorbeeld ook hiervoor, dat dagelijks een man
bezig is met het oprapen van papier. De posten zijn nu
meer gesplitst.
De heer Van Unen zegt, dat dit samengegaan is met
een stijging van meer dan 100 Verleden jaar kwam
no. 4 niet op de begrooting voor.
De heer Dr. Droog zegt, dat men toch de werkelijke
onkosten moet berekenen.
De heer Van Unen wjjst er op, dat het vorige jaar die
meerdere bedragen bij suppletoire begrooting zijn ge-
raamd, maar dat men nu in eerste instantie dat groote
bedrag krijgt te slikken.
De heer Dr. Droog zegt, dat men een goeden maatstaf
heeft aan de uitgaven voor 1923. De uitgaven zijn dus
lang niet met 10 opgeklommen. Er komen hoe langer
hoe meer wegen.
De heer Tromp zegt, dat toch niet voor een tiende ge-
deelte der bevolking weer een nieuwe straat wordt aan-
ge'egd.