11 DECEMBER 1924
De heer Jorritsma verheugt er zich over, dat er nu
ten minste een post is aangewezen, waarop men bezui-
nigen wil. Spreker vraagt, of dan die wegen niet goed
meer onderhouden moeten worden. Bij dien post van
8500 is, naar hij gehoord heeft, maar /1000 bestemd
voor sneeuwruimen. Het zijn niet alleen de raadsleden,
die klagen over het stuiven en als het 's zomers stuift,
moet men dan zoo vraagt hij de menschen maar
laten klagen en hun antwoorden, dat er geen gerd voor
is? Zelfs in den winter stuift het aan den Binnenweg.
De heer Tromp is het eens met hetgeen door den heer
Van Unen is gezegd. De Financiëele Commissie is er
niet met een gangetje overheen geloopen. Laat men dan
maar zonder meer de begrooting aannemen.
De Voorzitter zegt, dat het werk dezer Commissie door
allen wordt geapprecieerd. Zij heeft de begrooting met
zeer veel ijver behandeld. Dat de opvatting der Commis-
sie niet van alle zijden bijval ontvangt, is een andere
kwestie. Daar zitten de leden nu juist voor.
Spreker zal thans het voorstel van den heer Van Unen
in stemming brengen om volgno. 4 met 4300 en volgno.
8 met 4500 te verminderen.
De heer Jhr. Van de PoII wil er nog even op wijzen,
dat door het zwaarder autoverkeer er meer slijtage aan
de wegen is.
Het voorstel wordt daarna verworpen met 9 fegen 4
stemmen, die van de heeren Van Unen, Tromp, Breed en
De Breuk.
Mevr. Hoekstra vraagt, of nu ook de Leidschevaart-
weg wordt verbeterd.
De heer Dr. Droog zegt, dat de verbetering van het
zuidelijk deel van den Leidschevaartweg in de gewone
uitgaven is opgenomen en het noordelijk gedeelte, het
z.g. tramgedeelte, in de buitengewone uitgaven.
Volgno. 260 wordt daarna ongewijzigd vastgesteld.
Bij volgno. 261 stelt de Financiëele Commissie voor
om dien post van 18.800 terug te brengen op 15.000.
De heer De Boer zegt te hebben gehoord, dat het wie-
den 1500 kost. Spreker vraagt, hoeveel dat per vierk.
Rijnlandsche Roede kost.
De Voorzitter zegt, dat dit wel uit te rekenen is, maar
nu niet zoo precies te zeggen is.
De heer Van Unen stelt voor om volgno. 1 van cfien
post met 2000,- te verlagen en volgno. 3 met 1800.-.
Dit voorstel wordt verworpen met 8 tegen 5 stemmen,
die van Mevr. Hoekstra en de heeren Van Unen, Tromp,
Breed en De Breuk.
Volgno. 261 wordt daarna ongewijzigd vastgesteld.
Bij volgno. 262 stelt de Financiëele Commissie voor
om dezen post van 15.050 terug te brengen op /13.000.
