11 DECEMBER 1924
278
De heer Jorritsma zal maar niet beginnen over zijn
neus. Hij wil er alleen op wijzen, dat de heele zaak met
de Bleekersvaart hem slecht aan staat. Als men indertijd
beter had uitgezien en het waschwater niet in de Blee-
kersvaart had laten loopen, dan was deze pomp- en
sluisgeschiedenis niet noodig geweest. Vroeger had de
familie Van Merlen daar ook een sluisje, maar hij zou
het maken van een nieuw sluisje aan het Ingenieurs-
bureau willen overlaten. Misschien komt dit tot de con-
clusie, dat het heele pompgebouwtje aan de Koediefs-
laan kan worden weggebroken, als men het waschwater
op verschillende riolen laat uitloozen. Op een sluiswach-
ter heeft men niet gerekend in de begrooting.
De heer Dr. Droog zegt, dat er vroeger ook geen sluis-
wachter was.
De heer Jorritsma vindt het geld weggooien, als ieder-
een dat sluisje open en dicht mag doen en is van mee-
ning, dat men die zaak beter had moeten aanpakken.
De heer Tromp zegt, dat het vuile water ook komt in
de sloot naar de huizen der bouwvereeniging „St. Jo-
seph" en vraagt, of daar een bordje komt: „Verboden
toegang" of wel daar ook een sluisje komt.
De heer Dr. Droog zegt, dat thans niet aan de orde is
het maken van nog meer sluizen. Hij vindt, dat door den
heer Jorritsma wel iets verstandigs is gezegd, n.l. om
over deze zaak eerst eens te spreken met de firma Van
Hasselt en De Koning. Dit neemt niet weg, dat hij ge-
dacht had den heer Jorritsma een pleizier te doen met
het aanbrengen van een sluis, maar nu spreker het vuile
water daar wil weren, is het ook niet goed. De oude heer
De Wilde heeft spreker medegedeeld, dat vroeger het
water in Groenendaal ook in 't najaar stonk. Hij hecht
niet zoo vreeselijk aan dit sluisje. Het verlagen van den
post voor het brugje in Groenendaal met f 300 vindt hij
erger dan het laten vervallen van het sluisje. Als de
Raad dit sluisje niet wil hebben, dan kan hij zich daar
bij neerleggen. Spreker gevoelt er ook wel voor daar-
over de technici te raadplegen en zou daarom het sluisje
maar willen schrappen.
De heer Van der Erf is van meening, dat de verbete-
ring van het water van de Bleekersvaart wel zoodanig is,
dat het vervuilen van andere vaarten daarvan niet te
vreezen is. Hij vindt het aanbrengen van een sluis daar-
om niet zoo noodig.
De heer De Wilde zou den post wegens het laten ver-
vallen van het sluisje met f 2000.willen verminderen.
De Financiëele Commissie heeft echter voorgesteld de-
zen post met f 2605.te verlagen.
De heer Dr. Droog zou het baggeren van vaarten niet
willen verlagen, vooral het baggeren der Leidschevaart
js erg noodig.