11 DECEMBER 1924. 280
De heer Jhr. v. d. Poll verklaart tegen te zullen stem-
men, gezien de beslissing ten opzichte van de H. 0. V.
Daarna komt in behandeling hei voorstel van Mevr.
Hoekstra om 250.subsidie te verleenen.
De heer Van Unen vraagt, wat de vereeniging zelf
vraagt.
De Voorzitter antwoordt: 400.
Het voorstel van Mevr. Hoekstra wordt verworpen mei
8 tegen 5 stemmen, die van Mevr. Hoekstra en de heeren
Tromp, Van der Erf, Hilterman en Dr. Droog.
Het voorstel van B. en W. om 100.subsidie te
verleenen wordt daarna aangenomen met 9 tegen 4 stem-
men, die van de heeren Van Unen, Breed, De Breuk en
Jhr. van de Poll.
Het voorstel der Financiëele Commissie om geen sub-
sidie te verleenen aan het Haarlemsche Tram-Fanfare-
corps wordt verworpen met 9 tegen 4 stemmen, die van
de heeren Van Unen, Breed, De Breuk en hr. v. d. Poli.
Het voorstel van Mevr. Hoekstra om 250.subsidie
te geven wordt verworpen met 9 tegen 4 stemmen, die
van Mevr. Hoekstra en de heeren Tromp, Van der Erf
en Hilterman.
Het voorstel van B. en W. om 100.subsfcfie te
geven wordt aangenomen met 9 tegen 4 stemmen, die van
de heeren Van Unen, Breed, De Breuk en Jhr. v. d. PoII.
Volgno. 358 wordt derhalve van 1700.terugge-
bracht op 200.als gevolg van de schrapping van de
subsidie voor de H. O. V.
Bij volgno. 359 vraagt de heer Jorritsma, of er ook een
kleine wijziging kornt in het aantal personen, dat advies
uitbrengt.
Hij meent, dat de Bond van Architecten den adviseur
wil bijstaan.
De Voorzitter zegt, dat de Schoonheidscommissie zich
in twijfeiachtige en in moeilijke gevallen zal vereenigen
met een paar andere personen door B. en W. aan te
wijzen.
De heer Van Unen vraagt, of de adviseur zelf uit-
maakt, dat het een twijfelachtig geval is.
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Van Unen zou het eens met een ander willen
probeeren. Hij gelooft, dat het geen kwaad kan de wel-
standseischen eens door een anderen bril te laten De-
schouwen. Het bouwen in Heemstede wordt niet altijd
even mooi gevonden en daarom gelooft hij, dat het wel
een zekere bevrediging zou geven, als er eens een ander
over de bouwplannen ging oordeelen, zonder dat dit een
bewijs van afkeuring voor den tegenwoordigen adviseur
beteekent. Met groote dankbetuiging aan den tegenwoor-
digen adviseur, zou hij het eens een tijdlang met een an-
deren willen probeeren.