11 DECEMBER 1924 294 De Voorzitter zegt, dat het ongeveer een brug zal moeten worden als de Schouwtjesbrug. De heer De Breuk wijst er op, dat het een verbinding met Zandvoort is. Hij kan er niet een groot belang voor Heemstede in zien. De Voorzitter deelt mede, dat de brug totaal af is en zelfs gevaarlijk. Er zijn reeds bordjes aangebracht, aan- wijzende het maximum gewicht, dat er over mag. Ver- leden jaar is al eens een auto door de brug gereden. De brug is werkelijk heel wrak en a!s men toch een nieuwe brug rnoet maken, dan is het ook het beste direct een flinke brug te maken. Volgno. 442 wordt daarna conform vastgesteld. Bij volgno. 443 vraagt de heer De Boer, of het wel ge- wenscht is om aan den Achterweg niets te doen. Hij ver- moedt, dat daar in het volgende voorjaar een heel groot verkeer zal komen en op den hoek bij Broeder de Haan, wegens het muurtje van Meer en Bosch, is het erg ge- vaarlijk. De Voorzitter zegt, dat dit te regelen zou zijn, bijv. door afsluiting van het verkeer aan één zijde. B. en W. zijn bereid in volgno. 443 te schrappen de verbreeding van den Achterweg en om dus alleen den Meerweg te verbreeden. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten. Bij volgno. 444 zegt Mevr. Hoekstra, dat zij wel graag ne Pijlslaan wil verbeteren, maar dat zij deze met het oog op den bouw van huizen aan die laan, nog niet direct zou willen bestraten. De heer Dr. Droog antwoordt, dat deze weg ook nog niet bestraat mag worden. Men kan dien weg echter be- handelen met shallfalt of spramex. Volgno. 444 wordt daarna ongewijzigd vastgesteld. Bij volgno. 445 zegt de heer De Wilde, dat hij dacht, dat deze post al geraamd kon worden, omdat deze zaak al zoolang in de pen is. De heer Dr. Droog deelt mede, dat er nog groote be- zwaren zijn. De heer De Wilde meende, dat deze al opgelost waren in het voorjaar, toen hij tijdelijk Wethouder was. De heer Dr. Droog zegt, dat later weer nieuwe bezwa- ren zijn gekomen. Volgno. 445 wordt eveneens conform vastgesteld. Bij volgno. 446 vraagt de heer De Breuk, of deze post vervalt. De Voorzitter zegt, dat B. en W. bereid zouden zijn dit werk een jaar uit te stellen. De heer Van der Erf acht het met het oog op werk- verruiming wel noodig, dat deze post op de begrooting blijft. Is deze er af, dan is die zaak van de baan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1924 | | pagina 59