11 DECEMBER 1924 240
over het te laat inzenden der stukken. De agenda heeft
hij pas Maandagavond ontvangen. Gistermiddag heeft
hij eerst het rapport van de Financiëele Commissie kun-
nen bestudeeren, omdat hij, na de ontvangst der agenda,
daarvoor niet eerder tijd nad. Hij heeft nu enkele djngen
uit het rapport moeten overschrijven, terwijl hij had ge-
dacht, dat dit stuk thuis gestuurd zou zijn om het rustig
te kunnen bestudeeren. B. en W. schijnen zich niet veel
van de opmerkingen in den Raad aan te trekken, want
verleden week werden 2 punten aangehouden, omdat ze
te laat waren toegezonden en nu zijn de stukken weer te
laat. Spreker vindt, in tegenstelling met den vorigen
spreker, dat de begrooting staat in het teeken van bezui-
niging. Als men de belasting laag wil houden, dan be-
doelt men daarmede, dat de groote inkomens worden
ontlast. Zoo betalen de minst gesitueerden het meeste
schoolgeld. De uitkeering aan werkloozen bijv. lijkt naar
niets. Uitkeeringen van f 8.voor 6 personen zijn aan
de orde van den dag. Het is toch niet de bedoeling, dat
deze menschen tot het pauperisnre zullen vervallen. De
Arbeidsbeurs werkt onvoldoende en is hier niets meer
clen een opschrijverij. Men zegt wel: ,,We doen niet als
in Haarlem", maar daar is deze zaak beter georganiseerd
clan hier en daar is ook een stevige contrôle. Men moet
de menschen zooveel mogelijk aan het werk helpen en ze
moeten niet drijven op werkloozensteun of op het Arrn-
bestuur. Hij weet, dat het hier gebeurd is, dat als de man
werkloos was, gezegd werd, dat dan de vrouw maar uit
werken moest. Dit vindt hij zoo eigenaardig, omdat de
Raad altijd de vrouw in het gezin wenscht te houden.
Het is gebeurd in een fatsoenlijk en net gezin, dat de
man het weigerde, dat zijn vrouw uit werken ging, om-
dat dan, als hij 's avonds thuis kwam, de heele Ijoel over-
hoop zou Iiggen. Spreker vindt een dergelijke pressre niet
erg christelijk. B. en W. hebben het toch in de macht, om
aan de Heemsteders werk te verschaffen, omdat in de
contracten staat, dat de aannemers in de eerste plaats
Heemsteedsche werklieden moeten nemen. De contrôle
daarop is heel slecht. Bij den bouw van het badhuis is
onder de 10 werklieden slechts één Heemsteder. Bij de
school gaat het weer precies eender, terwijl de Heem-
steders toch voor hetzelfde loon willen werken.
De woningpolitiek blijft op hetzelfde peil. Betreffende
de Algemeene Woningbouwvereeniging is het een chica-
neeren van het een naar het ander. Men onderzoekt, stelt
vragen op politiek terrein en blijft onderzoeken. Men had
gedacht, dat het een politiek zaakje van den Voorzitter
van die Woningbouwvereeniging was, maar bij slot van
rekening is gebleken, dat iemand in het Bestuur zit, die
volstrekt niet in die richting wil werken. Men schijnt hier