11 DECEMBER 1924.
De heer Van Unen zegt, dat al is deze geschrapt, hij
er later toch weer op kan komen.
De heer Dr. Droog wijst er op, dat wanneer de weg
verbreed wordt, er veel meer kans is, dat de electrische
trarn wordt doorgetrokken, dan wanneer dit niet gedaan
wordt.
De heer Jorritsma zou den post niet willen schrappen.
Deze verkeersweg is veel te smal. Het zuidelijk ge-
deelte ligt geïsoleerd en de nieuwe woningen, die daar
gebouwd worden, liggen als 't ware op een eilandje. Hij
dacht, dat de kwestie betreffende de electrificatie van de
tram meer een kwestie van de brug was, dan van den
weg.
De heer Jhr. Van de Poll zegt, dat de tram wil hebben,
dat de gemeente de wegen maakt. Daardoor wordt die
aanleg zoo duur. Bij het nieuwe verkeersmiddel, de
autobussen, behoeven de wegen niet zooveel verbreed te
worden.
Vervolgens wordt met 8 tegen 5 stemmen besloten om
volgno. 446 ongewijzigd te Iaten. Tegen stemden de
heeren De Boer, Van Unen, Trornp, Breed en De Breuk.
Bij volgno. 450 vraagt de heer De Wilde, of het wel
gewenscht is een school te stichten voor L. O. ën een
voor U. L. 0. Hij ziet nog niet direct de bevolking voor
die scholen.
De Voorzitter zegt, dat het 2 scholen worden onder
één dak, hetgeen goedkooper is, ook wat betreft de per-
soneelsformatie.
De heer De V/ilde verwacht, dat de leerlingen voor het
U. L. O. toch naar Haarlem zullen gaan.
De Voorzitter zegt, dat het niet direct een groot ge-
bouw behoeft te worden. Later zou er eventueel een
vleugel aan gebouwd kunnen worden.
De heer De Wilde zou het zoo zuinig mogelijk willen
doen.
De heer Van der Erf zal, als de noodzakelijkheid dezer
scholen blijkt, er zich niet tegen verzetten. Alleen zou hij
willen eischen, dat een lijst van leerlingen wordt getoond.
De Voorzitter antwoordt, dat dit een bepaling is, die
geldt voor het bijzonder onderwijs. Als een lijst van ge-
gadigden wordt ingezonden, dan is er al een soort lijst.
De heer Van der Erf zegt, dat dit niet de lijst is, die
over het algemeen wordt geëischt. Hij zou hetzelfde wil-
len eischen als voor de bijzondere scholen.
De heer Jhr. Van de Poll zegt, dat B. en W. zich wel
zullen vergewissen, of er voldoende leerlingen voor die
scholen zijn.
De heer Dr. Droog wijst er op, dat het een pro memo-
rie-post is. De Raad kan later altijd nog tegen stemmen,
als hij de zaak niet van voldoende belang acht.
Volgno. 450 wordt daarna goedgekeurd.