11 DECEMBER 1924 244 „Bij deze door de Commissie gemaakte algemeene op- merking wenschen Burgemeester en Wethouders, zij het clan wellicht ten overvloede, de aandacht te vestigen op den snellen groei der gemeente. Bedroeg het aantal in- woners op 1 Januari 1920 nog geen 10.000, op 1 Januari 1923 was dat aantal gestegen tot 13.007, terwijl momen- teel het aantal inwoners 15.300 bedraagt. Indien onze gemeente tot de zoogenaamde stilstaande of doode ge- meenten behoorde, dan zouden ook zeker Burgemeester en Wethouders met de Commissie van oordeel zijn, dat stijging van uitgaven behoorde te worden voorkomen. Nu echter breiden het aantal wegen en ook de bebouwing zich hoe langer hoe meer uit en door het sterk toegeno- men verkeer vergt het in behoorlijken staat houden van straten en wegen steeds zwaardere financiëele offers. De uitbreiding van het wegennet heeft tot gevoig de uitbreiding van de daarin gelegen plantsoenen, terwijl bij een steeds grooter aantal woningen door den Reim- gingsdienst asch en vuilnis moet worde'n weggehaald. De snelle groei der gemeente en de sterke toename van het verkeer, vooral ook van het autoverkeer, brengen vanzelf mede, dat moet worden voortgegaan de oude smalle wegen te verbeteren en te verbreeden. Het vijftal nieuwe plannen van Openbare Werken is daarvan het gevolg en de urgentie van die plannen is reeds herhaaldelijk, van het eene plan meer dan van het andere, door Gemeenteraadsleden in de vergaaerlngen bepleit. Ook zal de uitvoering dezer plannen kunnen dienen tot vermindering der werkloosheid. Intusschen schijnt sedert het opmaken der Gemeente-begrootmg de algemeene economische toestand langzamerhand te ver- beteren, zoodat rninder bezwaar zou zijn de kosten voor werkverschaffing tot een lager bedrag te ramen. Wij achten het overbodig eene verdere opsomming te geven van de bemoeiïngen, welke de sterke groei van eene gemeente medebrengt, maar willen er op wijzen, dat daarbij ook allerlei nooden en behoeften aan het dag- licht komen. En waar nu verschillende Vereenigingen zich op onbaatzuchtige wijze beijveren voorbehoedend op te treden tegen ernstige volksziekten en zedelijken en maatschappelijken steun te verleenen aan economisch, zwakkeren, ligt het op den weg der gemeente steunend op te treden en in verband met het gemeentebelang het aantal en bedrag der subsidies voorzichtig uit te breiden. Voorzichtigheid, met als gevolg gepaste zuinigheid, in het beheer is het beginsel, waardoor Burgemeester en Wethouders zich laten leiden, en deze voorzichtigheid is door hen ook toegepast bij het samenstellen der Ge- meentebegrooting." De Voorzitter gaat hierna over tot het beantwoorden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1924 | | pagina 9