16 APRIL 1925.
62
in de meening geweest te zijn, dat een bedrag van
f 35.000 wordt beschikbaar gesteld en verder niets.
Als het noodig is zijn Burgemeester en Wethouders
evenwel bereid een voorstel te doen, om nogf 40.000
te doen voteeren, doch de noodzakelijkheid moet
daarvoor eerst vaststaan. Het Bestuur van Tuinwijk
stelt zelf voor tot 1 Mei 1926 het resultaat van de
behar.deling volgens het kleine plan af te wachten.
Het bedoelde bedrag van f 40.000 is in hoofdzaak
bedoeld voor de behandeling van de huizen tegen het
doorslagwater en nu is het juis* de vraag, in hoeverre
de vocht is te wijten aan doorslagwater of zakwater.
Het is een feit, dat vochtige plekken ontstaan tenge-
volge van zakwater door minder goede afdekking en
aansluiting der huizen. Burgemeester en Wethouders
hebben hierom eenigszins bezwaar direct ook de
meerdere kosten van f 40.000 voor bepleistering toe
te staan, niet omdat zij aarzelen vertrouwen te stellen
in het Bestuur der woningvereeniging Tuinwijk, maar
omdat zij meenen dit groote crediet niet nu reeds te
mogen toestaan zonder van ervaring te kunnen spre-
ken. Burgemeester en Wethouders wenschen Iieverde
macht in handen te houden en mocht het meerdere
bedrag noodig zijn, er dan nog nader over te praten.
Bovendien, vervolgt spreker, zouden Burgemeester en
Wethoudeis wel een concessie willen doen, om tot
verdere verbetering over te gaan, als de aangebrachte
verbeteringen onvoldoende blijken. Spreker heeft de
overtuiging, dat het Bestuur der woningvereeniging
daarmede accoord gaathij heeft deze zaak nog eens
met den heer Chapon, den Voorzitter, besproken en
hem gezegd, dat Burgemeester en Wethouders niet
ongeneigd zijn ook eventueei v-erder te helpen. Uit
het gesprek, dat hij heeft gehad met de heeren Chapon
en Kuyt, respectievelijk Voorzitter en Opzichter van
Tuinwijk, heeft spreker de overtuiging gekregen, dat
als de Raad zich bereid verklaarde, ingeval de uitvoe-
ring van het kleine plan niet helpt, degelijke maatre-
gelen te treffen zooals bepleistering, daarmede accoord
wordt gegaan.
De andere kwestie, of bij niet onmiddellijke uitvoe-
ring van het groote plan de kosten f 9000 hooger
zouden worden, heeft spreker ook nog eens met den
heer Kuyt besproken, waarbij hem wel bleek, dat dit
bedrag zeer sterk overdreven is.
Burgemeester en Wethouders zijn bereid verder te
redeneeren, zoodra blijkt dat het doorslagwater blijft
hinderen en zullen dan onmiddellijk voor verdere
vochtbestrijding nieuwe gelden aanvragen.
De heer Breed begrijpt niet best, waarom tot