Overplaatsing van eene Onderwijzeres. SEPTEMBER 1925. Aan den Raad. Zooals Uw College bekend is, werd in September 1922 geopend de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs en werd deze gevestigd in het in- middels verbouwde gebouw deropenbare lagere school. Met ingang van den nieuwen cursus op 25 Augus- tus a.s. wordt dus aan genoemde school het vierde leerjaar gevormd. Het personeel van deze school be- staat thans uit het hoofd, tevens optredende als hoofd der openbare lagere school, en den heer D. R.J. Kos- ter. Het komt ons noodig voor dat het personeel aan deze school met één leerkracht wordt uitgebreid, om- dat de taak rustende op het hoofd, als te zwaar moet worde;i beschouwd. Deze zou immers, behalve met het geven van leiding aan en het voeren der admini- stratie van beide scholen tevens nog het onderwijs aan twee klassen der u.I.o. school op zich moeten nemen, wat voor eene goede behartiging van het onderwijs niet bevorderlijk moet worden geacht. Wij vestigen er hierbij nog de aandacht op, dat door de Oudercommissie aan de openbare scholen reeds eerder om uitbreiding vân het personeel aan de u.l.o. school werd verzocht. Verder kunnen wij mededeelen, dat wij er in geslaagd zijn, op grond van de sterke toeneming van het aantal leerlingen der school voor l.o., met toepas- sing van art. 56, 2e lid der wet, de wedde van één onderwijzer méér door het Rijk vergoed te krijgen, dan aan deze school wettelijk verbonden moeten zijn, zoodat de financieele lasten voor deze school dus minder zwaar zijn geworden. Door het hoofd der school is ons, op de in zijn schrijven aangevoerde gronden, voorgesteld als derde leerkracht aan de u.I.o. school iri aanmerking te doen komen Mej. H. Ritman, thans onderwijzeres aan de lagere school, we'ke reeds tijdelijk aan de u.I.o. school werkzaam is geweest. In arf. 36. 9e lid, laatste zin- snede der Lager Onderwijswet 1920 is de mogelijk-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1925 | | pagina 5