17 SEPTEMBER 1925
127
zöö, dat de verhouding in de jaarwedde van Burge-
meester, Secretaris en Ontvanger behouden blijft vol-
gens de provinciale regeling. Voorgesteld îs în die
vergadering in deze verhouding het salaris te bepalen
op 1 3200,—f 4200.—
Dit punt werd aangehouden om în de gelegenheid
te zijn hierover eerst de gedachten nog eens te laten
b De heer Breed informeert, hoe hoog het salaris van
den Gemeente-Ontvanger op het oogenblik is.
De Voorzitter deelt mede, dat dit f 3700. bedraagt,
het maximum van de bestaande regeling.
De heer Breed zegt vervolgens, dat hij geen verband
ziet in de voorgestelde verhooging van het salaris
voor den Burgemeester en den Secretaris ten opzichte
van het salaris van den Gemeente-Ontvanger
De Voorzitter zegt, dat er altijd eene regeling van
salarissen is geweest voor Burgemeesters, Secretarissen
en Ontvangers, welke regeling jaren lang op dezelfde
grondslagen heeft gegolden. Toen er eene wijziging
is gekomen in de inning van den hoofdelijken omslag
is eene andere regeling getroffen voor de Ontvangers,
welke evenwel voor deze gemeente niet van toepassing
is, omdat de inning der belasting hier van gemeente-
wege plaats lieeft
Ue heer Breed vraagt, hoelang die inning nog door
de gemeente zelf zai geschieden
De Voorzitter antwoordt, dat de vergunmng tot
inning door eigen administratie het volgend jaar af-
loopt, maar alle mogelijke moeite zal worden gedaan
om bestendiging daarvan te bekomen.
De heer Breed rnerkt op, dat dit ook niet toege-
staan kan worden.
De Voorzitter zegt, als Burgemeester en Wethouders
het vragen wel te veronderstellen is, dat hetzal wor-
den toegestaan, doch dat nu nog geen zekerheid kan
worden gegeven.
De heer Breed blijft van oordeel, dat deze aange-
legenheid niet in verband staat met de voorgestelde
verhooging van het salaris van den Burgemeester en
den Secretaris.
De heer Van der Erf vraagt, of het ambt van Ont-
vanger in deze gemeente van dien aard îs, dat he
den ganschen mensch vordert. Of kan hij în halve
dagen zijn werk af, vervolgt spreker.
De Voorzitter deelt mede, dat de Ontvanger volgens
zijn instructie iederen werkdag van 's morgens 9 tot
's namiddags 5 uur met een rusttijd van uur op
kantoor moet zijn en alleen des Zaterdagmiddags om
12 uur vrij is. Nu de werkzaamheden zich geleidelijk