29 OCTOBER 1925.
met het beëindigen der steunregeling werd beoogd,
van oordeel is dat jonge flinke werkkrachten, die
reeds zoolang uitkeering hebben genoten, ahhans met
gedurende de zomermaanden in de gelegenheid moe-
ten worden gesteld te blijven loopen op steun door
gemeente of Armbestuur te verstrekken, doch dat voor
hen een flinke prikkel moet blijven bestaan om, zij
het dan met andere dan hunne gewone werkzaamhe-
den zich een behoorlijk bestaan te verzekeren. üe-
blek'en is verder dat Wesseling handelt in bloemen.
Verder zegt spreker, dat bedoelde persoon ook nog
aan het werk is geweest bij een partijgenoot, die hem
evenwel de laan heeft uitgestuurd.
De heer jorritsma noemt dit een grove leugen
De Voorzitter verzoekt deze uitdrukklng niet te be-
zigen.
De heer Tromp leest ten slotte nog voor een rap-
port omtrent ontslag van Wesseling bij den landbouwer
v. K. te Haarlemmermeer. Dit rapport is vanld Ucto-
ber j l en bevat de navolgende mededeelmgen
Gebleken is dat Wesseling bij genoernden v K. în
dienst is gekomen Donderdag 1 October j.l op
welken dag het opgedragen werk vrij goed werd
verricht. Den volgenden dag was Wessehng îets te
vroeg aan het werk en ging hij 's avonds ook zooveel
vroeger naar huis. Overdag ging hij veel water halen
en had hij meer bijzondere boodschappen, zooals het
houden van aanteekeningen, waardoor hij dan vanuit
het land, waar hij aan het slooten schoonmaken was,
naar de boerderij vari Van Kampen ging. s Zaterdags
is hij van 11 tot 12 uur bezig geweest om zrn klomp
te maken en des middags om 3 uur kon hij door
pijn in den rug het werk niet meer doen. Maandag
5 October daarop volgende, kwam Wesseling 1 uur
te laat op het werk en overdag had hij heel weinig
iriee in het werk. Hij heeft toen veel staan hangen
op den sloothaak. Ook Dinsdags ontbrak de lust onr
te werken en des middags om half vijf ging hij met
menschen staan praten, die ongeveer 500 Meter ver^ei"
aan het werk waren. Toen er op gewezen werd, dat
hij zoo iets niet mocht doen en dat hij direct aan het
werk moest gaan, had hij daar niet veel idee în en
was bovendien brutaal. Toen werd hem gezegd dat
als hij niet direct aan het werk ging, hij wel naar
huis kon gaan. Hierop gaf W. te kennen, dat hij dit
goed vond en vroeg om het geld dat hij verdiend
had. Nadat dit was uitbetaald is W. weggegaan.
Verder deelt de heer Tromp mede, dat alle mogejijke-
moeite is gedaan om W. ?an werk te helpen. Toen
deze zich na afloop van het voornoemde feit opmeuw
18^