26 NOVEMBER 1925
de Landelijke Collectieve Arbeidsovereenkomst. De
werkloozen kunr.en volgens deze voorgestelde regeling
niet alleen gedwongen worden om bij de gemeente
werk te aanvaarden, maar ook dat zij dit bij parlicu-
lieren moeten doen, dus ook bij een boer in de Haar-
lemmermeer, zooals al eerder is voorgekomen in deze
gemeente. In dit verband zou spreker het wenschelijk
achten meerdere waarborgen te bepalen. Omtrent de
wijziging van het woord „kan" in „zal" is spreker
het eens met den heer Van der Erf, dat door deze
gewijzigde redactie het weik van de Commissie zal
worden vergemakkelijkt, terwijl dan ook geen wille-
keur kan worden toegepast. N )g even terugkomende
op de toekenning van behoorlijk loon, zegt spreker,
hat toch beter te vinden om daarvoor in de plaats te
bepalen het in dat vak geldend loon. Spreker licht
zijn bedoeling nader toe en wijst er op, dat naar zijn
meening een metselaar die aan grondwerken wordt
gezet, niet zijn loon als metselaar krijgt, maar als
grondwerker. Zoo ook zal dan een typograaf, hoewel
hij misschien minder zal krijgen dan hij in zijn vak
kan verdienen, het loon als grondwerker moeten krij-
gen en men daarvoor niet minder moeten gaan beta-
len, daar ander seen gevaar voor onderkruipen ontstaat
Spreker wijst er nogmaals op, dat de besluiten 96
en 97 geheel afzonderlijk moeten worden beschouwd.
De heer Hilterman zegt, dat hij wel had gedacht,
dat de heer Jorritsma het aangenaam zou vinden te
hebben vernomen, dat dit voorstel is gedaan naar
aanleiding van het verzoek van den Haailemschen
Bestuurdersbond, maar spreker vermoedt dat dit toch
ook nog wel is geschied naar aanleiding van andere
adressen die zijn ingekomen n I. van de Vereeniging
„St. Joseph" en „St. Deus Dedit". Spreker zegt het
voorstel van den heer jorritsma wel te willen steunen.
De heer Tiomp zegt te begrijpen, dat het doel van
den heer Jorritsma is meer te vragen dan Burgemees-
ter en Wethouders voorstellen. Het kan ook niet
anders, vervolgt spreker, wanneer niet meer zou wor-
den gevraagd, zou het standje te loor gaan er wordt
daarom meer gevraagd al zijn deze menschen in hart
en ziel er van overtuigd, dat deze regeling goed is.
Hiertegen wenscht spreker zich te verzetten. Hij wil
er nog op wijzen, dat deze regeling heel goed is
nagegaan en daarover verschillende avonden is ver
gaderd.
De heer De Boer zou nog iets willen zeggen over
de opname van de bepaling van „het in dat vak gel-
dend loon" en zou daar toch voor willen waarschuwen.
Een baas die zijn eigen belang begrijpt, vervolgt