26 N0VEM3ER 1925.
207
De heer Jorritsma vestigt er de aandacht op, dat
in de Camplaan verschiilende boomen dood gaan,
wat naar sprekers meening zit in het lekken der gas-
leiding en zou de Commissie willen verzoeken daar-
aan aandacht te willen schenken.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, merkt op,
dat deze boomen misschien dood gaan, zeker is dit
evenwel niet, ze zijn wel ziek en hieraan wordt aan-
dacht geschonken.
De heer Tromp zou een opmerking willen maken
over den voorgestelden aanleg van een rozenperkje
op den Noord-Oosthoek van het afgedamde gedeelte
van den Crayenestersingel en acht dit een weelde.
Hoewel dit een eenigszins beperkte weelde is, zijn
er toch andere plaatsen, die meer zorg vereischen,
volgens spreker en wijst dan op de onbegaanbaarheid
van de paden op het Oranjeplein. Uit principe wenscht
hij zich daarom tegen deze weelde te verklaren.
De heer Jhr. van de Poh, Wethouder, zegt toch te
moeten opkomen tegen de opmerking, dat hier van
weelde sprake is, dat is beslist niet het geval.
De heer Van der Erf deelt mede, dat deze verbete-
ring van plantsoen wordt voorgesteld uit een oogpunt
van zuinigheid en deze aanleg geheel is in het belang
der gemeentekas Een rozenperk is het minst kostbaar
en voor jaren is daarvan de zorg af
Het voorstel wordt hierna zonder hoofdelijke stem-
nring ongewijzigd vastgesteld.
Schorsing
Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter
geschorst tot des namiddags half twee uur.
De heer De Breuk vraagt, of het de bedoeling is
ook vanavond door te vergaderen.
De Voorzitter deelt mede, dat oorspronkelijk is ge-
dacht om morgen door te gaan, maar de Wethouders
zijn morgen verhinderd. Wanneer nu de vergadering
vanmiddag niet afloopt, denkt spreker vanavond door
te gaan, daar de verdere afdoening anders zou moe-
ten worden uitgesteld.
De heer De Breuk vraagt, hoe laat dan zal worden
doorgegaan.
De Voorzitter antwoordt dit om 6 uur te willen
bekijken.
tot hatf
twee.