26 NOVEMBER 1925 zeer zeker verband is tusschen post 23 der uitgaven, groot f 59.100welke f 13.000.— hooger is geraamd, en posten 1 en 2 der baten, waarvan de eene post f 22.000.— hooger is geraamd en de andere f3000. Dat hier maar f 13000.— verschil tegenover staat, komt omdat onder de zooeven genoemde bedragen zijn inbegrepen salarissen, arbeidsloonen en meerdere uitgaven geraamd op andere volgnummers. In het geraamde bedrag van f 25.000.is bovendien eene geringe winst inbegrepen. De heer Tromp wil er even aan herinneren, dat de sprong in het algemeen hem wel zeer hoog voorkomt. Spreker is van oordeel, dat men in dergelijke gevallen zou moeten komen met een tusschentijdsche begroo- tinghij komt nu bij den heer De Breuk in zijn schuitje en vraagt, of het wel wenschelijk is evenals het vorig jaar denzelfden grooten sprong te maken en wijst er op, dat deze begrooting weer zooveel hooger is dan het vorig jaar. De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat deze begrooting inderdaad hooger is dan het vorig jaar, maar hierbij mag niet uit het oog worden verloren het steeds grooter wordende complex van straten. Spreker wijst dan op deze toename bij Koediefslaan Molenwerfslaan en Olip. Het kan niet anders, of de uitgaven moeten toenemen, vervolgt spreker, of anders moet de zaak slordig behandeld worden en dan komt er onmiddellijk een raadslid om daarop te wijzen, zooals nu weer is gewezen op het Houtvaartpad. De heer Tromp moet daartegen sterk opkomen en zegt, dat als men in een glazen huisje woont, men voorzichtig moet zijn. Spreker wijst er in dit verband op, dat hij reeds verschillende jaren de aandacht heeft gevestigd op den minder goeden toestand van den Leidschevaartweg, waarvan tot nog toe nooit meer kosten zijn besteed dan het neergooien van wat puin- slag. We hebben niet te constateeren, wat wel is ge- beurd, maar Burgemeester en Wethouders moeten trachten klachten te voorkomen. De heer Dr. Droog, Wethouder, wijst er nog op, dat iets wat de gemeente niet behoeft te betalen, zooals verbetering van het Houtvaartpad, zoo maar niet di- rect kan worden toegegeven. Dit kan zeker niet on- redelijk worden genoemd Dat wel eens iets in het geheugen op den achtergrond kan geraken, zal ieder moeten toegeven, doch men moet er van overtuigd zijn, dat als Burgemeester en Wethouders een toe- zegging doen, zij zeker van goeden wil zijn. Hierna wordt de begrooting zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1925 | | pagina 38