26 NOVEMBER 1925
Burgerwacht, die moet dienst doen tegen de arbeiders
als deze een beetje oproerig zijn, nog langer subsidie
noodig heeft.
De Voorzitter deelt mede dat dit is een instituut
ter handhaving van het wettig gezag, waaronder ook
ordehandhaving is begrepen. Burgemeester en Wet-
houders meenen het geraamde bedrag voor deze in-
stelling te moeten handhaven.
De heer Jorritsma zegt te kunnen volstaan met
zich hiertegen te verklaren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit volgnummer
vervolgens ongewijzigd vastgesteld.
Volgno. 225. De heer Jorritsma informeert in welk
stadium de ziekenbarak verkeert. Spreker vindt dit
geen plaats voor een barak en zou in overweging
willen geven tot opruiming hiervan over te gaan.
De Voorzitter deelt mede, dat de barak alleen dient
voor eventueele besmettelijke ziekten.
De heer Jorritsma acht het gelukkig, dat dit ge-
bouwtje nog nooit gebruikt is behoeven te worden,
en meent, daar we zoo dichf bij Haarlem zitten, waar
men allerhande gestichten ter beschikking heeft, waar-
van gebruik kan worden gemaakt, het weinig zin
heeft, deze barak hier te handhaven en nu weer f 200
voor schilderen uit te geven.
De Voorzitter zegt, dat van dit gebouwtje alleen
in uiterste noodzaak gebruik zal worden gemaakt.
l'e barak is hier opgericht ingevolge de wet op de
besmettelijke ziekten en mede in verband met eene
correspondentie met Gedeputeerde Staten. Bovendien
is dit een soort van reserve, daar de instellingen te
Haarlem niet verplicht zijn tot opname van alle pati-
enten uit de buitengemeenten, terwijl het ook kan
voorkomen, zoo als bij een ernstige epidemie, dat
geen plaats meer beschikbaar is. Verder kan het ook
voor een speciale ziekte noodig zijn en is het goed
cm in geval van nood klaar te zijn.
Dit volgnummer wordt vervolgens zonder hoofde-
Iijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
Volgno. 228. De heer Jorritsnia zou wiüen vragen,
of Burgemeester en Wethouders aan het Bestuur van
het Badhuis in overweging zouden willen geven, of
niet kan worden overgegaan tot instellen van knip-
kaartjes voor het badhuis, daar het nu voor verschil-
lende arbeidersgezinnen nog zeer bezwaarlijk is de
geldende prijzen te betalen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, wijst er op, dat
een middag in de week gelegenheid bestaat tot kos-
teloos baden, terwijl voor kinderen onder geleide het
tarief op een dubbeltje is gesteld. Er kan al moeilijk