26 NOVEMBER 1925 Dit volgnummer wordt vervolgens zonder hoofde- liike ongewijzigd vastgesteld. Volgno. 360. De heer Hilterman had liever gezien dat de werkverschaffing in handen der gemeente was gebleven en is van oordeel, dat dit veel beterzouzijn dan deze te verplaatsen naar particuiieren. Spreker gelooft, dat de zorg en belangstelling aan Burgemees- ter en Wethouders beter is toevertrouwd. Spreker kan zich er dan ook niet mede vereenigen, dat het ge- raamde bedrag tot de helft is teruggebracht en stelt voor dit weer op f 10.000.— te bepalen. De heer Van der Erf zegt, dat hij het voor 50 pCt. eens is met den vorigen spreker en wijst er op dit reeds bij de algemeene beschouwingen te hebben gememoreerd. De mogelijkheid is zeker niet uitgeslo- ten, dat een groot aantal werklieden, die niet bij particulieren werk kunnen vinden, werkloos zullen büjven. Het aantal werkloozen is onrustbarend groot en spreker gelooft niet, dat door de aanbesteding van werken voldoende werkgelegenheid zal worden ge- boden.Ook sprekerzou daarom het geraamde bedrag op f lO.OOü willen bepaald zien. De heer Jhr. van de Poll zou naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen willen zeggen, dat men oogenschijnlijk gelijk heeft, maar dat toch niet goed is geluisterd naar hetgeen spreker hierover reeds eer- der heeft gezegd. Het volgend jaar is nog veel guns- tiger voor de werkloozen dan dit jaar, daar het de bedoeling is de menschen een normaal loon te laten verdienen door uitbesteding van werkzaamheden. De heer Jorritsma vraagt inlichtingen of men werk op het oog heeft. De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt, dat wat in 1925 gebeurd is, een suppletie is geweest op het loon voor verricht werk. Aan de Molenlaan is een gedeelte van de werkzaam- heden op werkverschaffing gebracht, omdat daar werkzaamheden zijn verricht door menschen, die daarvoor niet geheel geschikt waren. Wat te kort komt op loon, krijgen ze dan bijbetaald uit werkverschaffing. De heer De Breuk merkt op, dat reeds toen hij pas raadslid was, is getracht te breken met het systeem van werkverschaffing, daar nooit een goede regeling was te maken. Spreker zou het heel jammer vinden, als men daarop nu weer terugkwam. De heer Van der Erf kan gedeeltelijk onderschrijven wat door den heer Van de Poll wordt bedoeld. Het is best mogelijk, dat we voor het bedrag, dat bijgepast moet worden, genoeg zullen hebben, maar spreker acht het veiliger het oude bedrag te handhaven als het niet noodig mocht blijken, zooveel te beter.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1925 | | pagina 55