26 NOVEMBER 1925
beter vinden, als deze bepaling was weggelaten. Hij
zou er meer voor gevoelen een steun regeling te maken
die af is, dan later weer door achterdeurtjes verderen
steun te verleenen. Sprekerzou daarom voor allen de
steunregeling willen laten gelden gedurende 72 werk-
dagen zonder toepassing van het laatste gedeelte van
artikel 1. Voorts verklaart spreker nog bezwaar te
hebben tegen ar ikel 7, waarin wordt voorgesteld van
de inkomsten, zoo van den onders'eunde zelf, als van
de gezinsleden 2/3 in mindering te brengen op de
uitkeering Naar sprekers meening moet dit artikel ten
allen tijde of in zeer veel gevallen den 1 ist tot het
verrichten van tijdelijk werk wegnemen. Hij acht het
beter deze bepaling van 2/3 totl/2terug te brengen,
daar hij meent, dat daardoor de drang in hoogere
mate blijft besiaan om arbeid te zoeken. ln het alge-
meen belang, ook tot zelfbehoud van de werkloozen,
is spreker van oordeel, dat het beter is deze bepaling
te veranderen en vast te stellen, dat de helft in min-
dering wordt gebracht.
De heer Jorritsma zegt, zich met de gemaakte op-
merking omtrent artikel I, 2e gedeelte te kunnen
vereenigen en zou willen vragen, wat wil men dat
na dien uitkeeringstijd gebeurtmoeten de menschen
dan weer overgeleverd worden aan het Burgerlijk
Armbestuur. Spreker vraagt, waarom voor de genoemde
periode deze beperking noodig wordt geacht. In art.
5 is voorgeschreven, dat de werkloozen, aan wie steun
zal worden verleend, moeten zijn ingeschreven bij den
correspondent voor de arbeidsbemiddeling. Aangezien
hier geen enkele werkgever om werkkrachten vraagt
bij de arbeidsbemiddeling, vraagt spreker, of het niet
beter zou zijn, dat de menschen zich bij de Arbeids-
beurs in Haarlem lieten inschrijven.
Voorts zou spreker in het tweede gedeelte van dit
artikel, achter de verplichting tot aanvaarding van
aangeboden werk, de bepaling willen invoegen „tegen
in dat vak geldend loon", anders zou het kunnen
voorkomen, dat menschen werk moeten aanvaarden,
waarvan zij geen vakkennis hebben en zou op grond
daarvan een loon kunnen worden gegeven onevenre-
dig aan de werkzaamheden.
Verder heeft spreker bezwaar tegen de bepaling,
dat de ondersteunde zich moet onderwerpen aan alle
vast te stellen maatregelingen van contrôle, omdat
deze contrôle hier meer dan treurigis. Het is pas nog
voorgekomen, dat de controleur komt kijken naar het
lossen van een schuit met steenen en ziet, dat er 7
man werken, en controleert niet voidoende, of er nog
meer personen werkzaam zijn bij dit werk, met het