21 JANUARI 1926
13
op eenige vergoeding voor het maken van deze garage.
Spreker acht dit geen punt om zoo maar door te laten
gaan, daar alleen de kwestie van gevaar overblijft.
Adressant wenscht de garage te maken op eigen
terrein, terwijl de muren reeds bestaan. Spreker is
van meening, dat het bezwaar, dat dit terrein voor
weg is geprojecteerd, gerust kan vervallen.
De heer De Boer had willen vragen, of die mijnheer
van plan is zoo hoog te bouwen als wenscheli'k is.
Spreker meent, dat dit terrein zich daar op het oogen-
blik niet voor leent, de helling acht hij nu werkelijk
te gevaarlijk.
De heer Hilterman zegt. dat hij pijnlijk getroffen
zou zijn als er een ander voorstel was gekomen.
Alles duidt er op, dat dit de minst geschikte gelegen-
heid is voor het maken van eene garage. Spreker wil
er nog op wijzen, dat als de garage in dien put zou
worden gemaakt, dit groot gevaar voor de omgeving
zou opleveren.
De heer Van der Erf zegt, dat ook hij hetzeerzou
bejammeren als het voorstel hieromtrent anders geweest
zou zijn, omdat eene garage feitelijk op dit terrein
niet past. De vergelijking gemaakt door den heer
Breed, dat pas is besloten op een ander punt een
weg te laten vervallen, gaat absoluut mank, daar ge-
bleken is, dat die weg niet meer noodig was. Dit is
een gevaarlijk punt en reeds lang bestaan plannen tot
verbeteririg en dan zou spreker het ongerijmd achten
daar toestemming te verleenen voor het maken van
eene garage. Spreker heeft eenige vrees, dat als hier
eene garage zou komen, de kans, dat de Zandvaart-
kade kan worden doorgetrokken, hierdoor zal ver-
minderen. Over dit gevaarlijke punt is al meerdere
malen gesproken en spreker gelooft, dat het niet
wenschelijk is mede te werken aan bestendiging van
dezen toestand.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt, dat
hem niet veel rest ter verdediging van het voorstel
van Burgemeester en Wethouders, na hetgeen door
de heeren Hilterman en Van der Erf is naar voren
gebracht. Op de vraag van den heer Moolenaar, hoe
wordt gedacht over de uitdrukking „niet verre toe-
komst", zoli spreker willen antwoorden, dat dit niet
onmiddellijk juist is te bepalen. Omtrent het in ex-
ploitatie brengen van bouwterreinen in deze omgeving
wordt onderhandeld alsmede over het maken van een
brug over de Zandvaart en nu meent spreker, dat
alles er op wijst, dat deze verbetering niet heel Iang
meer achterwege zal kunnen blijven. Bovendien ver-
volgt spreker is de IJzeren Brug ook zoo heel best