21 JANUARI 1926 waarvan vanavond pas het stratenplan is vastgesteld. Spreker vindt dit zeer eigenaardig en is hem daarover reeds door een ander gesproken. Zijn zegsman heett hem verteld, dat een van de koopers een speciale vriend is van den Rentmeester van het Orondbedri].. |n het aigemeen zou spreker willen opmerken, dat hij dit zeer eigenaardig acht en wil in dit verband wijzen op den eerder plaats gehad hebbenden verkoop van gronden aan den Crayenestersingel. Al eerder is aan spreker gezegd, dat men een ambtenaar in zijn vr.ien tijd niet aan banden kan leggen, maar hij zou willen vragen, hoe wisten deze menschen, dat dit terrein te koop was. leder kan daarover zijn oordeel hebben, als hij nagaat, wie grond kocht en niet weet, hoe die transacties worden gevoerd. De Voorzitter deelt mede, dat ieder kon weten, dat die gronden daar aanwezig waren. Het P'aI1 heeft meer dan een maand voor een ieder ter visie gelegen en ieder die goed kijkt, kan zien dat daar terreinen ziin gelegen, die voor exploitatie in aanmerking komen. Als iemand den moed en durf heeft om deze terremen te koopen, is het zeer verklaarbaar, dat hij zich daar- over in verbinding stelt met den Rentmeester van het Grondbedrijf, die dan besprekingen heeft met de menschen. Als er een tweede komt, heeft p--ecies hetzelfde plaats. De plannen worden gepubhceerd en herhaaldelijk komen er particulieren bij de gemeente kijken en naar prijzen informeeren. Zoo ook is het met deze terreinen gegaan en daar schuilt geen kwaacl in. Spreker vindt dit ook heelemaal niet vreemd, integendeel zou hij het zeer willen toejuichen, dat deze verkoopen kunnen geschieden, daar dit een teeken van opkomst is van het bedrijfsleven. Het aanleggen van de wegen alleen geeft al heel wat werk en spreker gelooft niet, dat hierin eenig kwaad schuilt. De heer Tromp is van oördeel, dat de werklooze arbeiders het zeer zullen toejuichen, dat veel grond wordt verkocht, daar men toch van plan is deze ter- reinen te bebouwen, wat weer veel werk geeft. De heer Jorritsma had wel gedacht, dat een ver- standig man als de heer Tromp zou kunnen begrijpen, dat men evengoed tot straataanleg kan overgaan zon- der verkoop van den grond. Spreker zegt, dathijzich niet tegen aanleg van de wegen heeft verklaard, integendeel zou spreker eerst de wegen willen aan- leggen en dan koopers voor den grond willen af- wachten, zooals dit bij Valkenburg is gedaan. Men helpt daarbij de werkloozen evenzeerhet is zeker niet sprekers bedoeling dit niet te bevorderen, wat hij nog even wil rechtzetten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 18