21 JANUARI 1926 in zijn geheel zou worden verkocht, wil dat nog niet zeggen, dat deze bezitting ten eeuwige dage buiten- piaats zal blijven. Daarom is een plan besproken voor eventueele bebouwing met behoud van het na- tuurschoon, of liever gezegd, geen vernieling van natuurschoon. Voor het maken van een uitgang bij bebouwing is dit het eenige punt. Er is bovendien al eens eerder gewezen op het groote gevaar bij de scherpe boclit van de Linnaeuslaan naar de Ooster- houtlaan en nu zou bij eventueele doortrekking van dezen weg dat gevaar zijn opgeheven, daar dan voor- bij den Hout een betere uitgang voor het verkeer kan worden verkregen. Dit terrein is bovendien voor bouwterrein zeer geschikt en of het daarom te duur is, valt zeker te betwisten. üoedkoop is het niet, vervolgt spreker, maar de gemeente kan er profijt van hebben, terwijl het eventueel een groot gemis zou kunnen zijn dit terrein niet te bezitten en daarom wilden wij deze gelegenheid niet voorbij laten gaan. Op de vraag, of een plan voor bebouwing van „Spaar en Hout" officiee! is vastgesteld en goedgekeurd, zou spreker willen antwoorden, dat indertijd eene teeke- ning is besproken, waarop eene zeer ruime bebouwing is aangegeven, terwiji daarbij ook is besproken het vestigen van een eventueel servituut voor deze be- bouwing en voor behoud van boomen. Deze aankoop heeft evenwel geen nadeelige invloed op de buitenplaats „Spaar en Hout". Spreker komt een verschuiving van dit besluit niet dienstig voor. De heer Jorritsma zegt, dat hij dit antwoord wel had verwacht, maar zou gaarne een antwoord willen hebben op zijn vraag, of een plan voor „Spaar en Hout" definitief is vastgesteld. De Voorzitter antwoordt gezegd te hebben, dat eene officieele vaststelling van een plan niet heeft plaats gehad. De heer Jorritsma merkt op, dat dit plan dus nog gewijzigd kan worden. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Jorrttsma meent, dat nnnder bezwaar zal bestaan tegen aanneming van deze motie als het ge- deelte „alvorens tot verderen aankoop over te gaan" er uit gelaten wordt. We krijgen dus nog een plan voor „Spaar en Hout" vervolgt spreker. Bij aankoop is van de gedachte uitgegaan „behoud van natuur- schoon", wat ook bij dit plan nader tot uiting zal moeten komen. Spreker zou daaroni Burgemeester en Wethouders willen uitnoodigen met nadere plannen voor den dag te komen en meent, dat tegen deze ge- wijzigde motie geen bezwaar kan bestaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 23