21 JANUARI 1926 De heer Dr. Droog gelooft, dat alle wettelijke be- zwaren kunnen worden ondervangen als de regeling wordt overgelaten aan het Burgerlijk Armbestuur, waarbij de werkloozen niet uitgesloten behoeven te worden. Spreker gelooft, dat het t beste zou zijn, indien een wenk wordt gegeven aan het Burgerlijk Armbestuur, als de nood dringt om weer een mud cokes te verstrekken en hij meent, dat de menschen hiermede ook tevreden zullen zijn ln dit geval hebben we met geen wetten en verordeningen te maken en daarom zou spreker de toekenning maar willen over- laten aan het Burgerlijk Armbestuur, dat over het algemeen het beste kan beoordeelen, aan welke ge- zinnen dit toekomt. De heer Jorritsma zegt er absoluut tegen te zijn, dat dit weer wordt overgelaten aan het Burgerlijk Armbestuur. Spreker begrijpt niet, waarom men deze menschen weer naar het Burgerlijk Armbestuur gaat verwijzen, die door bijzondere omstandigheden werk- loos zijn geworden, terwijl de gemeente zelf ook tot ontslag is overgegaan. Spreker vindt dit allesbehalve Christelijk. Die uitgaven kunnen net zoo goed buiten het Burgerlijk Armbestuur om worden gedaan De heer De Wilde juicht het voorstel van den heer Dr. Droog toe, omdat hierdoor meer merschen wor- den bereikt en het dus verder gaat als het voorstel van den heer Jorrilsma. Behalve de werkloozen zijn er toch ook zeker nog een groot aantal menschen, die behoefte hebben aan brandstof. Spreker heeftvol- doende vertrouwen in Burgemeester en Wethouders, dat bij voortduring van de koude weer op dezelfde wijze geholpen zal worden. De heer Van der Erf zegt, dat hij begint te vree- zen, dat door deze besprekingen over financieele moeilijkheden er niets gegeven zal worden. Hij zal daarom met het voorstel van Dr. Droog meegaan, ofschoon hij van oordeel is, dat de werkloozen niet bij het Burgerlijk Armbestuur behooren te worden ondergebracht. De Voorzitter deelt mede, dat het alleen een kwestie is van financeeren. De bedoeling is, dat bonnen wor- den afgegeven door het Burgerlijk Armbestuur en dat sluit nog niet in zich, dat de werkloozen onder de be- deelden van het Burgerlijk Armbestuur komen te vallen. Spreker gelooft niet, dat deze verstrekking van bonnen daar eenigen invloed op zal hebben het is alleen maar de kwestie, waaruit betaling zal geschie- den Spreker wil wel verklaren, dat hij zich hierdoor niet op het standpunt plaatst, dat werkloozen naar het Burgerlijk Armbestuur worden verwezen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 33